Het is een verjaardag in mineur, maar precies een jaar geleden trok het Russische leger de Oekraïense grens over in een poging grondgebied te veroveren en de regering in Kiev ten val te brengen. Al na een paar dagen werd duidelijk dat het conflict niet snel voorbij zou zijn. Het is een oorlog van lange adem geworden die op militair, economisch en geopolitiek gebied verstrekkende gevolgen zal hebben.
Om te beginnen militair. Tegen alle voorspellingen in is het Oekraïense leger niet compleet weggevaagd. Dankzij materieel en inlichtingen van de Verenigde Staten en Europa is Oekraïne erin geslaagd de plannen van Moskou te verijdelen en afgelopen najaar op enkele plaatsen met succes een tegenoffensief op te zetten. Van een aanvankelijke bewegingsoorlog is het conflict veranderd in een stellingenoorlog, waarbij de strijdende partijen elkaars posities bestoken met zware artillerie. De intense gevechten dwingen de landen die Oekraïne steunen om het economische model van hun militair-industriële complex helemaal om te gooien. De West-Europese landen hadden een vredesleger, maar moeten onder de dreiging van het conflict nu offensieve slagkracht opbouwen. Hun vraaggestuurde systeem moet plaatsmaken voor ruime voorraden militair materieel, en snel. Net zoals uit elke crisis zal de Europese Unie hier echter versterkt uitkomen, ditmaal op het vlak van defensie en energie.
Een tweede impact is van economische aard. De militaire agressie van Rusland is beantwoord met strenge sancties, al gingen die niet tot het uiterste vanwege het grote belang van Russisch aardgas voor de Europese economie, met name in Oost-Europa. De pijlsnelle stijging van de energieprijzen stelde de centrale bankiers op de proef, die het monetaire beleid verkrapten om een loon-prijsspiraal te verhinderen. Het conflict dwingt Europa ook om versneld werk te maken van de energietransitie: het diversifieert zijn bevoorrading, maar schakelt tegelijk een versnelling hoger in zijn investeringen in lokaal opgewekte – hernieuwbare en nucleaire – energie. Daardoor produceerden zon en wind in 2022 voor het eerst meer elektriciteit in Europa dan aardgas. Die kentering is van groot symbolisch belang. Bovendien moet de energietransitie om zowel ecologische als strategische redenen verder versnellen.
Tot slot geeft het conflict ook enkele geopolitieke ontwikkelingen die al aan de gang waren extra wind in de zeilen. Zo is er om te beginnen de deglobalisering. Na de coronacrisis, die aan het licht bracht hoe kwetsbaar en versnipperd veel bevoorradingsketens waren, versterkt dit conflict de drang naar zelfredzaamheid en autonomie in een aantal sectoren van strategisch belang. Ook de polarisering in de wereld neemt toe: in het westen worden de trans-Atlantische banden aangehaald, in het oosten versterkt China zijn positie nog wat meer als tweede wereldmacht op economisch, politiek en diplomatiek gebied.
Crisissen zijn een katalysator voor veranderingen en dwingen alle betrokken partijen – overheden, bedrijven, consumenten, beleggers – om zich aan te passen. Voor elke crisis geldt namelijk dat de vele risico’s gepaard gaan met veel kansen.