Thomas Planell, Beheerder – Analist DNCA Investments.
De wereldwijde aandelenmarkten zetten hun herstel voort. Ze worden hierin ondersteund door een positieve instroom van 40 miljard dollar in 10 beursdagen tijd, een tweemaandelijkse prestatie die volgens Bank of America sinds februari 2022 ongezien is, wat te danken is aan de vooruitzichten van ontspanning op het vlak van rente en inflatie. Sinds het begin van het jaar loopt Europa, dat nog steeds meer dan 62 miljard dollar netto uitstroom noteert, achter op de Verenigde Staten (+57 miljard dollar) en hun magnificent Seven. Maar bovenal kunnen de opkomende landen, waaronder China, het meest profiteren van deze trend, dankzij de recente daling van de dollar, met een wezenlijk belang in India. Het land zou namelijk kunnen uitgroeien tot de derde markt van consumptiegoederen en -diensten ter wereld… Er wordt steeds meer gesproken over een ‘octopus’-klasse van de bevolking, bestaande uit 200.000 welgestelde gezinnen, of een miljoen burgers die vertrouwen hebben in de toekomst en waarvan de tentakels talrijke hefbomen van de economie activeren, wat een positief effect heeft op het grote plaatje. India, dat al is begonnen met een uitgebreid infrastructuurprogramma, boekt vooruitgang op de weg naar industrialisering, net als China en het Westen van weleer. We moeten hopen dat de economische vooruitgang ook een maatschappelijk effect zal hebben, zodat de welvaartseffecten de ongelijkheid niet doen toenemen ten koste van degenen die achterblijven en zodat het overheidsbeleid de vorming van zeepbellen, bijvoorbeeld op het gebied van onroerend goed, niet bevordert.
We zijn 1849 namelijk nog lang niet vergeten: er werden spoorwegen aangelegd en machines op steenkolen opgericht in gans Frankrijk en Europa, een regio die een jaar eerder nog in vuur en vlam stond door de revolutie van februari 1848 (republikeinen, liberalen en socialisten zetten Lodewijk Filips af), de opstand van de Parijse arbeiders in juni (sluiting van de werkplaatsen) en de vurige lente waarin het volk de monarchieën van het continent op hun grondvesten deden beven. Dit was het tijdperk van de Europese industrialisering, van de steenkool en zijn ‘menselijke beesten’ met een antracietkleurig gezicht. De economische en sociale vooruitgang, de basis van het socialisme, maakte collaterale slachtoffers, waaronder ook de arbeiders die enkel handwerk konden uitvoeren, maar die stilaan werden vervangen door de opkomende mechanische processen. Victor Hugo herinnert de Assemblée Nationale in een aangrijpende toespraak aan haar taak: “de ellende tegengaan”: “zolang we niet alle mogelijke middelen hebben ingezet, hebben we onze plicht niet vervuld.”
Minder dan 100 jaar later beheerst de mens het atoom, hij heeft de ellende niet weten te vernietigen, maar creëerde wel massaal instrumenten voor de onmiddellijke verwoesting ervan. Het gouden tijdperk van de olie begon. 70 jaar later blijft 80% van de verbruikte energie van fossiele oorsprong. Door elk jaar 53 miljard ton broeikasgassen uit te stoten, beseft de mensheid dat ze zichzelf langzaamaan kapotmaakt. Ze reageert. Het IEA verwacht tegen 2030 een piek in het olieverbruik (in zijn laatste rapport van november 2023). Maar dat is onvoldoende voor het agentschap, want het geraamde traject zal ons niet in staat stellen om de stijging van de temperaturen te beperken tot 1,5 graad. Het roept nationale oliebedrijven (die het grootste deel van de mondiale reserves in handen hebben!) op om het voorbeeld van hun tegenhangers uit de privésector te volgen op de weg naar hernieuwbare energie. Volgens het agentschap zou elk nieuw exploratieproject onmiddellijk in de kiem moeten worden gesmoord en zou men zich moeten voorbereiden op de eerste sluitingen van de mijnen. Het is moeilijk om deze strenge vaststelling niet af te stemmen op de beslissing van het SRI-label van de Franse staat om bedrijven uit te sluiten die nieuwe exploratie-, exploitatie- of raffinageprojecten sanctioneren. Men vraagt zich af of het niet al te streng is en zo bedrijven treft die zich sterk inzetten voor de transitie naar schone energie.
De prijs van WTI-olie daalde ($ 76 voor de leveringen van januari 2024). De contracten van december 2024 noteren een prijs van $ 60. De 2035 contracten worden onderhandeld aan $ 56. In deze ‘backwardation’-structuur (korte looptijden hebben een ‘fysieke’ premie) mogen we niet zien dat de markt rekening houdt met de piek in de vraag van het IEA. Ze weerspiegelt eerder een consensus over het tijdelijke karakter van de productiebeperking van de OPEC. De eerste tekenen van onenigheid binnen het kartel, dat zijn volgende bijeenkomst moet uitstellen, doen de daling van de olieprijs alleen maar verder toenemen (-10% sinds eind oktober). Hoewel iedereen het erover eens is dat het aanbod moet worden teruggedrongen om de prijzen te ondersteunen, is het zoals altijd de verdeelsleutel voor de productiebeperkingen die tot verdeeldheid leiden. Tegelijkertijd overtreffen de vooruitzichten van een zwakke vraag in een context van economische vertraging in het Westen en China de geopolitieke premie.
De daling van de olieprijzen is goed nieuws voor de Amerikanen die niet van plan zijn om hun way of life af te schrijven. 55,4 miljoen Amerikanen zullen reizen voor Thanksgiving (volgens de American Automobile Association), voornamelijk met de auto en het vliegtuig. Trump stelt voor om de Inflation Reduction Act op te blazen, om het gebruik van Amerikaanse fossiele brandstoffen te maximaliseren. Biden is zich bewust van de complexiteit van zijn steunprogramma voor elektrische voertuigen made in U.S.A.: in welke mate moeten in China geproduceerde verbindingen worden verboden zonder de Amerikaanse logistieke keten te verslappen? De ontdekking van Niron Magnetics, een motor met magneten zonder zeldzame aardmetalen (terbium, dysprosium, neodymium, praseodymium) komt goed van pas, maar biedt geen wereldwijde oplossing voor de afhankelijkheid van het Westen.
De daling van de olieprijs is ook een duwtje in de rug voor de Europese industrie, voor wie sinds het einde van de zomer de eerste lichtpuntjes begonnen op te duiken, hoe minimum dan ook, met de vaststelling van de eerste signalen van het einde van de voorraadvermindering.
In Duitsland blijven de cijfers van november weliswaar zeer slecht in absolute cijfers, maar zijn ze eerder bemoedigend (tweede opeenvolgende stijging van de Duitse IFO-vertrouwensindex, de opvering van de samengestelde IFO in november tot het hoogste niveau in 4 maanden tijd). Helaas is het nog te vroeg om ons te verheugen over het dieptepunt van de Europese activiteit. In het vierde kwartaal zou de eurozone een negatieve groei kunnen vertonen ten opzichte van het vorige kwartaal. Dit zou de ECB ertoe kunnen aanzetten toe te geven dat haar verwachtingen (+0,7% groei in 2023, +1% in 2024) te optimistisch zijn en dat de rentevoeten hun plafond hebben bereikt. Wanneer we stilstaan bij Frankrijk, zien we dat de PMI van de verwerkende industrie van november steeds verder daalt en de werkloosheid de afgelopen twee kwartalen weer stijgt.
De Franse regering, die haar doelstelling van 5% werkloosheid ziet wegzakken, moet zoveel mogelijk stimulansen voor de werkgelegenheid blijven geven door middel van een verdere hervorming van de werkloosheidsverzekering. De start van de onderhandelingen tussen de vakbonden en werkgevers over de tewerkstelling van senioren (die de regering wil optrekken tot 65%) beantwoordt aan de doelstelling om de overheidsfinanciën te herstellen door de participatiegraad te verhogen.
De onderhandelingen die vandaag absoluut noodzakelijk zijn, kunnen, voor de ongeruste zielen, anachronistisch lijken als we zien hoe de vooruitgang op het gebied van kunstmatige intelligentie de arbeidsorganisatie en de toekomst van de vele categorieën van activa in de toekomst kan veranderen en de scenario’s en doelstellingen van het overheidsbeleid van tafel kan vegen.
Voor optimisten zal het, net als het internet, een nieuwe economie met aanverwante diensten creëren. Kunstmatige intelligentie zal de werkgelegenheid geenszins vernietigen, maar de productie per werknemer, dus de productiviteit, en daarmee de potentiële groei, wel doen toenemen.
Volgens de pessimisten zal kunstmatige intelligentie dan weer hele delen van de bevolking, die geen intellectuele kracht meer nodig hebben, in de armoede doen belanden. Het gaat zelfs zo ver dat het bestaan van de mensheid zou worden bedreigd, zoals de ingenieurs van Open AI die toegang hebben gekregen tot de laatste ontwikkelingen van het Q*-project … Volgens de 738 onderzoekers die door AI Impacts werden bevraagd, bedraagt de kans dat AI de mensheid zal doen uitsterven zo’n 10%.
Net als nucleaire wetenschap is kunstmatige intelligentie zo sterk geplaveid met de goede bedoelingen van vooruitgang dat het uiteindelijk kan leiden tot onze vernietiging. Wat antwoordt Chat GPT 3.5 als we hem vragen stellen over de redenen waarom mensen geneigd zijn om de instrumenten van zijn vernietiging te creëren? Het volgen van een proces, een suboptimale levensstijl die kan leiden tot de vernietiging ervan?
De robot neemt zijn tijd en geeft vervolgens toe dat het moeilijk is een duidelijke verklaring te geven: “het vermogen van de mens om zichzelf te vernietigen is een complex en veelzijdig aspect van zijn natuur”. “Creaties die kunnen leiden tot de vernietiging van de mensheid zijn vaak een complexe combinatie van verschillende factoren en zijn niet noodzakelijkerwijs het gevolg van een bewuste of opzettelijke keuze”.
Complexiteit, emoties, onvoorspelbaarheid: dat is gewoon eigen aan onze menselijkheid. Staan we op het punt ons lot over te dragen aan supercomputers om kanker te bestrijden en de planeet te redden?