Skip to main content

Clément Inbona, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier.

“De oorlog tegen de inflatie is voorbij. We hebben gewonnen, zonder een hoge prijs te betalen. Die uitspraak van Nobelprijswinnaar economie 2008 Paul Krugman op X (het voormalige Twitter) nadat de Amerikaanse inflatiecijfers voor september waren bekendgemaakt, ontlokte een storm van kritiek. Dat gebeurt wel vaker op de sociale media, maar zijn zegekreet lijkt inderdaad voorbarig.

Zo houdt hij met een heleboel prijsstijgingen geen rekening. Hij illustreerde zijn tweet met een grafiek van de inflatie van een beperkt aantal producten, die weinig te maken hebben met de consumptie van een gemiddeld Amerikaans huishouden. Door voeding, energie, huisvesting en tweedehandswagens buiten beschouwing te laten, krimpt hij het mandje goederen en diensten waaraan de consumptieprijsinflatie doorgaans wordt afgemeten, met bijna twee derde in. Dat hij bovendien de cijfers over zes maanden gebruikt en die extrapoleert naar een heel jaar, verfraait het resultaat verder en doet de stijging van de prijzen afnemen tot amper 1,9%. Hij kijkt dus alleen naar de componenten van de totale inflatie die momenteel het snelst vertragen. Terwijl de grootste bijdragen aan de inflatie in september – en het hele afgelopen jaar – van de prijzen van huisvesting, energie en voeding kwamen.

Het klopt inderdaad dat de totale inflatie en de minder volatiele kerninflatie (exclusief energie en voeding) al verschillende maanden een dalende lijn vertonen. De strijd lijkt echter nog lang niet gewonnen. De inflatiecijfers liggen nog steeds ver boven het streefdoel van 2% dat de Amerikaanse Federal Reserve (de Fed) hanteert. Dat de leden van de Fed in hun vele verklaringen van de afgelopen tijd met geen woord gerept hebben over renteverlagingen in de komende maanden of kwartalen, wijst er ook op dat de beleidsmakers die over het rentepeil beslissen, de analyse van Paul Krugman helemaal niet delen.

Het tweede deel van zijn tweet“We hebben gewonnen, zonder een hoge prijs te betalen”, lijkt meer te stroken met de werkelijkheid. Hoewel de Fed de snelste verkrapping van het monetaire beleid in de afgelopen veertig jaar heeft doorgevoerd, blijft de schade die zij daarmee heeft berokkend vooralsnog minimaal. De recentste peilingen over de arbeidsmarkt schetsen weliswaar geen eenduidig beeld voor de toekomst, maar er is in de Verenigde Staten nog steeds volledige werkgelegenheid. Ook de economische groei heeft goed standgehouden. Doordat de consumptie op peil is gebleven en de overheid het geld rijkelijk laat vloeien, wordt die voor 2023 vandaag geraamd op 2,1%, een cijfer dat sinds begin dit jaar onophoudelijk naar boven is bijgesteld. De financiële markten, tot slot, hebben de verkrappingscyclus zonder al te bruuske schokken doorstaan, terwijl de financiële duimschroeven toch flink zijn aangedraaid.

Stellen dat de oorlog tegen de inflatie al gewonnen is, lijkt in het licht van de economische geschiedenis voorbarig. De laatste keer dat de inflatiekoorts zo hoog opliep, was in de jaren 1960-1970. Na elke inflatieschok volgde toen een reeks naschokken, die de Fed dwongen om het monetaire beleid steeds verder te verkrappen, waardoor de economie sterk vertraagde en zelfs in een recessie belandde, en het monetaire beleid soms extreem restrictief werd, met een rente die opliep tot bijna 20% en op bepaalde momenten bijna 10% boven de inflatie lag!

De oorlog tegen de inflatie is een slijtageslag en wordt gestreden op lange termijn. Te snel de wapens neerleggen en de overwinning uitroepen, kan verwoestende gevolgen hebben. Reken er maar op dat de bestuurders van de Fed – in tegenstelling tot sommige commentatoren aan de zijlijn – dat goed in het achterhoofd houden.

LFI

Author LFI

More posts by LFI