Goed nieuws over de inflatie was hard nodig. Dat hebben we. De inflatie in de VS vertraagde in februari. Het was geen uitgemaakte zaak. De consumentenprijzen daalden tot 2,8% j-o-j, tegen een consensus van 2,9%. Bovendien daalde de kerninflatie, die belangrijker is om de prijsdynamiek te begrijpen, tot 3,1%, tegen een consensus van 3,2%. Dit is de eerste keer sinds juli 2024 dat de consumentenprijzen en de onderliggende inflatie samen zijn gedaald. Het is geen verrassing dat degenen die aan het begin van de week een Amerikaanse recessie of zelfs een inflatiecrisis voorspelden, hun voorspellingen hebben moeten bijstellen. De trieste realiteit voor de doemdenkers is dat de Amerikaanse economie nog steeds veerkrachtig is. Toegegeven, de alomtegenwoordigheid van douanerechten zet aan tot voorzichtigheid: bedrijven denken wel twee keer na voor ze aan grote investeringsprojecten beginnen en leggen voor het geval dat voorraden aan. Maar de consumptie blijft hoog, vooral onder de rijkste 10% van de huishoudens, en de inflatie blijft redelijk binnen de perken. Dit goede inflatiecijfer is natuurlijk niet genoeg voor een duurzaam herstel van de aandelenkoersen. Er zijn echter enkele hoopvolle tekenen: beleggers beginnen steeds meer te praten over instapmomenten, vooral voor technologieaandelen. Toegegeven, sommige van de steraandelen van de afgelopen twee jaar zijn sterk gedaald, zoals Nvidia (19% gedaald sinds het begin van het jaar). Het licht is aan het einde van de tunnel.
______________
Beurscommentaar 11/3 van Christopher Dembik – Pictet AM