Skip to main content

De term ”green bonds” dekt verschillende soorten obligaties. Over het algemeen zijn deze schuldpapieren obligaties waarvan de opbrengsten worden toegewezen aan milieumaatregelen die gericht zijn op het beperken van de opwarming van de aarde of op het aanpassen van bevolkingen of geografische gebieden aan nieuwe klimaatomstandigheden. Maar dit concept kan worden verfijnd in drie categorieën.

Groene obligaties

De eerste categorie omvat obligaties die als groen worden omschreven. Dit zijn projecten waarvan de opbrengsten uitsluitend worden gebruikt om ecologische projecten te financieren. Deze kunnen gericht zijn op klimaatbescherming, behoud van natuurlijke hulpbronnen, behoud van biodiversiteit of het voorkomen en verminderen van vervuiling. Ze worden uitgegeven door overheden en bedrijven om nieuwe of bestaande projecten te financieren. Het bedrijf dat de Kanaaltunnel beheert, heeft bijvoorbeeld groene obligaties uitgegeven om schone energieprojecten te financieren, zoals koolstofarm transport en windmolenparken.

Sociale obligaties

Dit type ”green bonds” is bedoeld om projecten te financieren die verband houden met sociale doelen zoals toegang tot onderwijs, betaalbaar vervoer en de bescherming van de voedselvoorziening. De in aanmerking komende projecten houden ook verband met de aanleg van infrastructuur in ontwikkelingslanden. Het omvat financiering voor projecten zoals drinkwaterzuivering, leidingen en afvalwaterbeheer. Deze groene obligaties kunnen ook sociale huisvesting, het creëren van banen of het actief bevorderen van gelijke kansen en het versterken van vrouwenrechten financieren.

Verplichtingen inzake duurzame ontwikkeling

Duurzaamheidsobligaties staan bekend als Sustainability-linked Bonds (SLB). In tegenstelling tot de eerste twee categorieën zijn deze niet gekoppeld aan een specifiek project voor duurzame ontwikkeling. Hun emittenten hebben zich er echter toe verbonden om bepaalde belangrijke prestatie-indicatoren op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur te behalen. Als deze doelen niet worden gehaald, moet de emittent aanvullende betalingen doen, meestal in de vorm van een step-up coupon.

Waakzaamheid

Wie belegt in zulke obligaties, moet waakzaam zijn. Dit soort programma’s wordt steeds populairder, maar de verleiding om te greenwashen is altijd aanwezig. Beleggers en vermogensbeheerders moeten daarom stroomopwaarts werken om het profiel en de doelstellingen van een emittent van “groene” obligaties te beoordelen. Zal het ingezamelde geld worden gebruikt om een duurzaam of milieudoel te bereiken? Vervolgens moeten ze de blijvende resultaten van deze programma’s monitoren. Zijn de doelstellingen bereikt? Of werd het ingezamelde geld voor andere doeleinden gebruikt dan de oorspronkelijk genoemde? Het vereist ook transparante informatie en verslaglegging van elke uitgevende instelling van groene obligaties. Elke groene obligatie moet daarom per geval worden geanalyseerd.

I.de.L

Author I.de.L

More posts by I.de.L