Skip to main content

Onlangs bespraken we de klasse van alternatieve beleggingen. Op het gebied van obligatiebeleggingen is het ook mogelijk om te profiteren van bepaalde marktsituaties door minder conventionele strategieën toe te passen.

Waar hebben we het over?

Traditioneel obligatiebeheer houdt in dat een schuldpapier wordt gekocht en vastgehouden tot de vervaldatum. Dit is buy-and-hold beheer, waarbij het rendement is gebaseerd op de looptijd van het effect. Naast deze praktijk houdt actief obligatiebeheer in dat het effect wordt verkocht voordat het afloopt. Op deze manier kan de manager een hoger rendement verwachten, maar soms ook ondermaats presteren. Dit zijn traditionele obligatiestrategieën. Deze verschillende benaderingen van obligaties staan bekend als ‘long only’. We kopen ze om ze vast te houden en door te verkopen.

Alternatief beheer bestaat uit het gebruik van andere technieken: short selling, valuta-instrumenten, indexering, enz. Dit type beheer, waarbij vaak derivaten worden gebruikt, hoopt voordeel te halen uit alle marktsituaties. Het doel van deze strategieën is om het rendement van de obligatieportefeuille te verhogen met behulp van onconventionele technieken.

Welke technieken?

De eerste praktijk is om obligaties te shorten. Hierbij worden obligaties geshort in de verwachting dat de rente zal stijgen. Als de rente stijgt, kan de beheerder de effecten terugkopen tegen een lagere prijs. De beheerder maakt dan winst op het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs. In eerste instantie bezit het de aandelen niet, maar leent het ze en koopt het ze terug tegen een lagere prijs. Deze praktijk is duidelijk een gok op een stijgende rente en dus een gok op een daling van de waarde van de effecten. Maar als de rente daalt, maakt de beheerder verlies omdat hij de effecten tegen een hogere prijs moet terugkopen. Sommige beheerders combineren long en short strategieën in hun portefeuilles.

Een andere alternatieve manier om een obligatieportefeuille te beheren is beleggen in valuta. Over het algemeen dekken beheerders het valutarisico af wanneer ze beleggen in obligaties in andere valuta dan de euro. Op deze manier concentreren ze zich op het renterisico. Bij zogenaamde alternatieve beleggingen kan dit valutarisico worden genomen in een poging om de winstgevendheid van de portefeuille te verhogen.

Andere obligatie-instrumenten worden ook geclassificeerd als alternatief. Dit zijn geïndexeerde obligaties. Deze categorie omvat bijvoorbeeld inflatiegelinkte obligaties en effecten die zijn geïndexeerd op Euribor.

Waarom deze strategieën?

Met deze alternatieve obligatiestrategieën kunnen beleggers profiteren van alle marktsituaties. Als de rente stijgt, als de inflatie weer toeneemt, als de wisselkoers van een valuta stijgt, kan het rendement op een obligatiebelegging toenemen. Deze categorie omvat obligatiefondsen met een absoluut rendement. Deze fondsen streven naar een positief rendement, ongeacht de marktsituatie. Deze fondsen gebruiken derivaten zoals futures, renteswaps en CDS.

Deze alternatieve strategieën maken het mogelijk om winnende posities in te nemen in bepaalde marktsituaties. Beleggers moeten zich er echter van bewust zijn dat de beheerder met dit type strategie weddenschappen aangaat en fouten kan maken. Alternatieve obligatiebeleggingen hebben dus hun plaats in portefeuilles, maar als onderdeel van een diversificatiestrategie.

I.de.L

Author I.de.L

More posts by I.de.L