Skip to main content

De baanbrekende deal op de VN-top om het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen wil bedrijven en beleggers in de frontlinie plaatsen in de strijd om de natuur te beschermen.

Gabriel Micheli, Senior Investment Manager en ​ Stephen Freedman, Head of research and sustainability, Thematic Equities, Pictet Asset Management.

De Biodiversiteitstop van de VN betekende een keerpunt voor het natuurbehoud en leverde een internationaal akkoord op dat een even grote transformatie zou kunnen teweegbrengen voor milieubeleggingen als het klimaatakkoord van Parijs van 2015.

Het Global Biodiversity Framework (GBF), dat door bijna 200 landen werd ondertekend, zal beleggingen in activiteiten ter bescherming van de biosfeer stimuleren en bedrijven ook verplichten om hun natuurgerelateerde risico’s regelmatig te beoordelen en openbaar te maken.

Het akkoord wordt onderbouwd door ambitieuze doelstellingen. Het doel is om het biodiversiteitsverlies tegen 2030 een halt toe te roepen en tegen 2050 de natuur te herstellen en terug te brengen.

Daarom verdient het een vergelijking met het klimaatakkoord van Parijs. Hoewel de volledige uitvoering van het akkoord van 2015 een moeilijke strijd blijft, is het pact erin geslaagd om de financiële stromen en beleggingsportefeuilles af te stemmen op de klimaatdoelstellingen, waardoor honderden miljarden dollars aan nieuwe investeringen vrijkomen. We zien dat het GBF ongeveer hetzelfde financiële effect heeft. 

Belangrijke kenmerken van het biodiversiteitspact zijn onder meer de toezeggingen om het land- en waterbehoud te verhogen, de vervuiling te verminderen en biodiversiteitsoverwegingen in een groot aantal nationale beleidsterreinen op te nemen. Het bevat ook toezeggingen om tegen het einde van dit decennium schadelijke subsidies te verminderen en middelen vrij te maken voor nationale biodiversiteitsplannen.

Met andere woorden, het maakt beleidsmakers, bedrijven en beleggers erop attent dat er meer is om de planeet te beschermen dan netto nul. De uitstoot van broeikasgassen verminderen en de biosfeer herstellen zijn problemen die samen aangepakt moeten worden.

Het GBF is niet zonder gebreken – het stelt bijvoorbeeld geen landspecifieke doelstellingen en is ook niet juridisch bindend. Toch denken wij dat de toon voldoende sterk is dat bedrijven en beleggers deze belangrijke milieudimensie niet langer zullen kunnen negeren.

Doel 15 van het akkoord is misschien wel het meest relevant voor bedrijven en beleggers. Het vereist dat grote bedrijven en financiële instellingen hun impact op de biodiversiteit opvolgen en bekendmaken, evenals de risico’s die ze lopen als gevolg van biodiversiteitsverlies.1

Belangrijk is dat deze vereiste van toepassing is op de hele waardeketen van het bedrijf. Voor financiële instellingen worden de bepalingen uitgebreid tot portefeuillebeleggingen.

Doel 14 is ook belangrijk. Dit vereist dat de publieke en private financiële stromen worden afgestemd op de doelstellingen en streefcijfers van het GBF, wat zou moeten bijdragen tot opschaling van de maatregelen van de financiële sector.

Dergelijke doelstellingen vormen een belangrijke stap in de ontwikkeling van een wereldwijd milieubeleid, omdat ze meetbaar zijn en regelmatig gecontroleerd, gerapporteerd en geëvalueerd moeten worden.

Het beschermen van de planeet houdt meer in dan netto nul. De klimaatverandering stoppen en de biosfeer herstellen zijn problemen die samen moeten worden aangepakt. 

Openbaarmaking van biodiversiteit: de nieuwe norm

De openbaarmaking van biodiversiteitsrisico’s door bedrijven kan al snel de norm worden voor bedrijven.

Later dit jaar zal de Taskforce of Nature-related Financial Disclosures (TNFD) – een forum uit de particuliere sector dat financiële instellingen en bedrijven vertegenwoordigt met meer dan 20 biljoen dollar aan activa – een nieuw kader voor openbaarmaking van bedrijfsinformatie publiceren dat een breed scala aan onderwerpen omvat, het gebruik van zoetwater, mariene en terrestrische ecosystemen tot waterverontreiniging en biologische verstoring.

Tegelijkertijd is de International Sustainability Standards Board, een instelling die een wereldwijde norm voor openbaarmaking van bedrijfsduurzaamheid bepaalt, van plan om begin 2023 biodiversiteit toe te voegen aan de regels voor de rapportage van klimaatrisico’s. Met een betere openbaarmaking zullen beleggers beter in staat zijn om de natuurgerelateerde risico’s te beoordelen waarmee bedrijven worden geconfronteerd.

Die risico’s zijn onderverdeeld in drie grote categorieën:

  • Transitie – kosten die voortvloeien uit regelgeving, gestrande activa en veranderende consumentenvoorkeuren;
  • Fysiek – financiële impact op bedrijven als gevolg van biodiversiteitsverlies en het verlies aan functie van ecosystemen waarop ze rekenen;
  • Aansprakelijkheid – rechtszaken en ruimere aansprakelijkheidsclaims met betrekking tot biodiversiteitsverlies en juridische inbreuken.

Het financieringstekort dichten

Het GBF moet ook leiden tot een herallocatie van kapitaal. Naarmate de bescherming van de biodiversiteit aan belang wint, moet dit nieuwe beleggingsmogelijkheden in ecosysteemdiensten en natuurlijk kapitaal creëren.

Naar schatting moet de wereld bijna één biljoen dollar per jaar uitgeven om positieve biodiversiteitsresultaten te bereiken door bijvoorbeeld te beleggen in duurzame toeleveringsketens, groene financiële producten, biodiversiteitscompensaties, koolstofmarkten en natuurlijke klimaatoplossingen. De huidige uitgaven bedragen niet meer dan 143 miljard dollar. 2

Het GBF roept de publieke en de particuliere sector op om ten minste 200 miljard dollar kapitaal per jaar vrij te maken voor initiatieven voor behoud – aanzienlijk hoger dan de huidige niveaus van biodiversiteitsfinanciering, maar lang niet voldoende om de kloof te dichten.

De afgelopen jaren is er een gestage toename geweest van beleggingen in biodiversiteit en natuurlijk kapitaal, waaronder obligaties die zijn uitgegeven door bedrijven die tot doel hebben het verlies aan biodiversiteit tot een minimum te beperken en te profiteren van een potentiële kapitaalgroei op lange termijn.

Fondsen die beleggen in biodiversiteit en natuurlijk kapitaal willen helpen om duurzamere en meer regeneratieve bedrijfspraktijken te integreren in een hele waardeketen, in sectoren zoals landbouw, bosbouw, visserij, materialen, vastgoed, consumptiegoederen en basisproducten, IT, nutsbedrijven en farmaceutica.

De Food and Land Use Coalition schat dat inspanningen om het huidige voedsel- en landgebruik te transformeren ten gunste van regeneratieve en circulaire praktijken het potentieel hebben om tegen 2030 een biodiversiteitsmarkt te creëren ter waarde van 4,5 biljoen dollar.3

Bijdrage van prof. Garry Peterson, Stockholm Resilience Centre; Programme Director of Finance om het Biodiversity (FinBio)-programma nieuw leven in te blazen

Het Kunming-Montreal GBF is begonnen met het aanpakken van twee belangrijke indirecte oorzaken van biodiversiteitsverlies: de afschaffing en hervorming van subsidies die de vernietiging van de natuur bevorderen, en de verschuiving van de stimulansen die de wereldwijde financiering en activiteiten structureren weg van de vernietiging van de natuur naar natuurpositieve acties die inclusieve rijkdom opbouwen.

Om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en het levensweb te herstellen is meer nodig dan het GBF voorstelt.

Decennia van wetenschappelijk onderzoek, zoals samengevat in de recente wereldwijde evaluatie van het IPBES, tonen aan dat het beleid ook de indirecte sociale krachten moet aanpakken die het verlies aan biodiversiteit bevorderen, met name de vernietiging van de levende wereld als gevolg van materiaalgebruik en -consumptie, voornamelijk door de rijke wereld.

Het GBF-akkoord bevat echter geen doelstellingen om de enorm ongelijke destructieve productie en consumptie wereldwijd aan te pakken. Dat is een essentiële, maar monumentale uitdaging die vereist dat de weerstand van verschillende krachtige actoren die profiteren van de status-quo wordt overwonnen.

Over het algemeen bevat het akkoord meer dan ik en vele anderen hadden verwacht, maar minder dan nodig is. Het biedt een kader voor actie, en hoewel de actie ongelijk zal zijn, zullen de acties toch versnellen.

Mistra Finance to Revive Biodiversity (FinBio) onderzoeksprogramma

Pictet Asset Management is medeoprichter van een nieuw vierjarig wereldwijd onderzoeksprogramma dat de financiële sector helpt strategieën te ontwikkelen om natuurlijk kapitaal te beschermen en het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen.

Het biodiversiteitsonderzoeksprogramma, onder leiding van het Stockholm Resilience Centre van de Universiteit van Stockholm, zal nieuwe methoden en indicatoren ontwikkelen om de financiële sector te helpen zijn investeringen af te stemmen op de biodiversiteitsdoelstellingen en aanzienlijk bij te dragen aan een natuurpositieve economie.

Het vierjarige programma, dat wordt gefinancierd door de Zweedse Stichting voor Strategisch Milieuonderzoek (Mistra), brengt een consortium van academische en particuliere organisaties samen, waaronder de VN-beginselen voor Verantwoord Beleggen en de universiteit van Stanford.

Het zal ook rekening houden met ethische aspecten en bestuurskwesties die verband houden met de prijsstelling van biodiversiteit. Ook het samenvatten van de lessen uit eerdere en lopende marktinitiatieven en het onderzoeken van toekomstige risico’s en kansen behoren tot haar taken. 

Meer informatie vindt u hier: https://www.stockholmresilience.org/research/research-news/2022-03-31-new-funding-will-boost-effortstowards-a-greener-economy.html

[1] https://www.cbd.int/article/cop15-cbd-press-release-final-19dec2022

[2] https://www.nature.org/en-us/what-we-do/our-insights/perspectives/closing-nature-finance-gap-cbd/

[3] Food and Land Use Coalition, september 2019, https://www.foodandlandusecoalition.org/wp-content/uploads/2019/09/FOLU-GrowingBetter-GlobalReport.pdf

KFI

Author KFI

More posts by KFI