Op 5 november vinden in de Verenigde Staten de presidentsverkiezingen plaats. Het uitgelezen moment dus om een stand van zaken te maken. Wat zijn de belangrijkste programmapunten van protagonisten Kamala Harris en Donald Trump? En wat zeggen de peilingen over de mogelijke uitkomst op 5 november?
Programmapunten: overeenkomsten en specifieke accenten
– Begroting
Beiden hebben stevige begrotingsambities, waarbij Donald Trump de agressiefste is. De soep wordt echter nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Er zijn trouwens ook wettelijke limieten aan hun begrotingsambities, zoals het schuldenplafond en de huidige begrotingssituatie. Ten slotte vereisen de belangrijkste begrotingsinitiatieven een meerderheid in de kamer en senaat en ook daar is hun samenstelling nog niet bekend en verre van voorspelbaar. Het staat vast dat beide de TCJA (Taks cuts & job act) belastingverminderingen van 2017 zullen verlengen, waarbij Harris vooral de focus legt op de middenklasse. Ook voor de bedrijfsbelastingen zijn hun intenties verschillend: Harris wil de bedrijfswinstbelasting opvoeren van 21% naar 28%, terwijl Trump die wil verlagen naar 20%. Harris wil tot slot ook de belasting op inkoop van eigen aandelen opkrikken van 1% naar 4%.
– Energie
Wat energie betreft, is de agenda van Harris vooralsnog onduidelijk, terwijl Trump aangeeft dat hij de oliesector en fracking wil promoten en tegelijkertijd de subsidies voor groene energie wil afschaffen.
– Huisvesting
Naar huisvesting is de agenda van Harris belastingrestrictiever. Dat wil zeggen dat zij de grote bouwpromotoren en eigenaars wil treffen door hun belastingvoordelen af te schaffen om sociale huisvesting te financieren. De lagere inkomensklassen behouden hun belastingvoordeel; Trump anderzijds wil dit verder dereguleren en belastingvoordelen bieden aan alle inkomenssegmenten.
– Internationale handel en buitenlands beleid
Beide agenda’s voor internationale handel en politiek lopen erg uiteen. Harris wil de huidige zogenaamde handelsoorlogsmaatregelen behouden, Trump wil ze in bepaalde gevallen uitbreiden en intensifiëren. Voor China wil Trump bijvoorbeeld een minimumimporttarief van 60%, en voor de autosector dreigt hij zelfs met importtarieven van 100%, en tot 200% voor Mexico. Dat laatste is van belang want Trumps agenda werkt meer inflatoir en kan bijgevolg een impact hebben op de rentepolitiek van de FED vanaf 2025. Naar internationale relaties herhaalt Trump zijn eisen voor de financiering van de NAVO en is hij minder Atlantisch gericht. Harris daarentegen trekt voluit de Atlantische kaart en steunt Oekraïne.
Wat zeggen de peilingen?
Peilingen zijn gebaseerd op statistisch giswerk binnen bepaalde betrouwbaarheidsintervallen. De geschiedenis leert echter dat peilingen vaak de bal misslaan omwille van redelijk onvoorspelbare oorzaken. Een voor de hand liggende oorzaak is de kiezersopkomst. Dat is niet enkel voor de VS het geval, denk maar aan het Brexit-referendum in het VK in 2016 waar alle peilingen de Brexit geen schijn van kans gaven. In 2016 waren de peilingen Donald Trump ook niet gunstig gestemd en toch haalde hij de overwinning binnen. Hoe staat het met de peilingen vandaag?
Indien we verschillende bronnen analyseren, lijkt het erop dat Kamala Harris haar voorsprong in de peilingen behoudt met een gemiddelde voorsprong van ongeveer 2,4%. Die voorsprong is redelijk constant doorheen de peilingen sinds begin september. Het kiessysteem in de Verenigde Staten is gebaseerd op kiesmannen die per staat worden afgevaardigd. Dat is dan weer gebaseerd op de laatste zogenaamde census of volkstelling. In het kiessysteem van de VS – net zoals in het VK – gaat de winnaar in een staat met de volledige buit lopen en mag hij dus alle kiesmannen naar Washington afvaardigen. Het komt er dus op neer om in belangrijke staten te winnen, zoals California (54 kiesmannen), Texas (40), Florida (30) en New York (28). Die vier staten alleen al vertegenwoordigen 28% van het totaal aantal te verdelen kiesmannen (152 op 538) en er zijn 270 kiesmannen nodig om de overwinning binnen te halen. Dat kan zelfs zonder de zogenaamde ‘populaire stem’ te winnen, eigen aan het kiessysteem. Dat bewees Donald Trump in 2016 toen hij in absolute cijfers minder stemmen behaalde dan Hilary Clinton, net als George Bush Jr. in 2000 tegenover Al Gore.
Vandaag ziet de situatie er als volgt uit: Harris ligt nog steeds voor wat de statistische quasi zekerheden betreft, maar in bepaalde staten is het een ware nek-aan-nekrace waar het nog alle kanten uit kan. Die staten zijn de zogenaamde ‘battlegrounds’, waarbij de cijfers erg dicht bij elkaar liggen. Het betreft vandaag zeven staten, namelijk Nevada, Arizona, Wisconsin, Michigan, Pennsylvania, North Carolina en Georgia.
Vooruitblik op de verdeling van de Amerikaanse staten onder Republikeinen en Democraten (met het aantal kiesmannen per staat)
Die zeven staten zijn goed voor 93 kiesmannen op 538 of 17% van het totaal te behalen kiesmannen. Het wordt dus afwachten welke winnaar op die plaatsen uit de bus komt …
U leest hier na de verkiezingen op 5 november 2024 wat de mogelijke impact zal zijn van de nieuwe Amerikaanse president op de nationale en internationale beurzen en financiële markten.