Enguerrand Artaz, Beheerder La Financière de l’Echiquier.
Lang hebben we er niet op hoeven te wachten. Zoals beloofd tijdens zijn eedaflegging, opende Donald Trump op 1 februari meteen het vuur door verschillende decreten over invoerheffingen te ondertekenen. Daarmee legde hij een heffing van 25% op aan goederen geïmporteerd uit Mexico en Canada. Alleen voor Canadese olie bedroeg het tarief slechts 10%. Tegelijk verhoogde Trump de invoerheffingen op Chinese producten met nog eens 10%. Enkele dagen en telefoontjes met de betrokken staatshoofden later werden de heffingen voor Mexico en Canada weer opgeschort in ruil voor fors opgeschroefde grenscontroles, vooral om drugssmokkel te bestrijden. China kreeg geen respijt, maar Beijing reageerde uiterst bedaard en binnenkort volgt wellicht overleg tussen Donald Trump en Xi Jinping.
Tussendoor legde Trump ook een invoerheffing van 25% aan Colombia – die snel weer werd ingetrokken nadat Bogota er uiteindelijk “onvoorwaardelijk” mee had ingestemd al zijn uit de Verenigde Staten gedeporteerde staatsburgers terug te nemen – en herhaalde hij zijn dreigement om ook Europa te treffen, zonder evenwel concrete cijfers of producten te noemen. Per saldo is het Amerikaanse handelsbeleid de facto voorlopig amper gewijzigd. Tot nader order is alleen de verhoging van de invoerrechten op Chinese producten effectief van kracht. De impact op de economische vooruitzichten is daarentegen wel al tastbaar.
De indicatoren1 die de onzekerheid over de wereldhandel en in het bijzonder over het Amerikaanse handelsbeleid meten, evenaren of overtreffen inmiddels al hun niveau van tijdens het hoogtepunt van de handelsspanningen in 2019. Dat illustreert goed in welk lastig parket heel wat ondernemingen, met name in de VS, zich vandaag bevinden: in ware socratische traditie is het enige wat zij zeker weten, dat zij niets weten. De verkiezing van Donald Trump en de verwachting dat hij een ondernemingsvriendelijk beleid zou voeren hadden de Amerikaanse privésector nieuw optimisme ingeblazen, zo bleek uit meerdere peilingen naar het ondernemersvertrouwen, maar nu dreigt er toch weer een heel andere situatie te ontstaan door de onvoorspelbaarheid van het Witte Huis.
De economische ontwikkeling gaat natuurlijk altijd gepaard met een zekere mate van onzekerheid. Als die echter te hoog oploopt, kan dit verstrekkende gevolgen hebben. Geannuleerde of uitgestelde investeringen, een aanwervingsstop, plannen die vertraging oplopen, strategieën die moeten worden herzien … de klassieke effecten van een verlies aan voorspelbaarheid van de economische omstandigheden voor ondernemingen worden al merkbaar – kijk maar naar de activiteit op de fusie- en overnamemarkt, die in januari op haar laagste peil in tien jaar stond. Nu de vraag rijst hoelang het Amerikaanse exceptionalisme, dat de afgelopen jaren zoveel wind in de zeilen had, nog kan aanhouden, is die onzekerheid een belangrijke factor. Bovendien zal de toegenomen onzekerheid niet alleen de Verenigde Staten treffen. De hele wereldhandel kan eraan ten prooi vallen, met potentieel pijnlijke gevolgen net nu de industriële cyclus na twee zwakke jaren wereldwijd eindelijk weer wat lijkt aan te trekken.
Ook de regering-Trump heeft er weinig bij te winnen dit spelletje blufpoker al te lang te rekken. De begrotingsinkomsten die zij dankzij de hogere invoerheffingen hoopt op te strijken – al is de omvang daarvan voor discussie vatbaar – zullen er niet komen zolang de nieuwe heffingen niet van kracht zijn. Tegelijk zou een vertraging van de economische bedrijvigheid door de toegenomen onzekerheid de begroting al snel negatief beïnvloeden. Een lose-losesituatie dus.
Tot slot kan de onzekerheid ook gevolgen hebben voor de financiële markten. Die houden in de gegeven omstandigheden vooralsnog goed stand, maar te lang aanslepende onzekerheid kan op het gemoed van beleggers beginnen te wegen. Markten hebben doorgaans weinig op met bovengenoemde stelling van Socrates. Zij verkiezen een desnoods onaangename, maar zekere situatie – een forse en blijvende stijging van de invoerheffingen – boven de aanhoudende twijfel die de politieke volatiliteit teweegbrengt.
1 Trade Policy Uncertainty Index, door Caldara, Iacoviello, Molligo, Prestipino & Raffo; Economic Policy Uncertainty Index, door Baker, Bloom & Davis.