Thomas Planell, Beheerder – Analist DNCA Investments.
Marco Polo ontmoette Koeblai Khan en was niet alleen onder de indruk van de enorme omvang van het paleis van Cathay, dat versierd was met enorme hoeveelheden goud.
De waarde van goud had hij al leren kennen in Europa en tijdens zijn reizen naar het Verre Oosten. En toen hij in China aankwam, had hij ook geluisterd naar de zeelieden die vertelden over de weelderige rijkdom van Japan. Er werd goud gevonden “in overvloed”…
Wat hem echt verraste was niet zozeer de overvloed aan goud dan wel het financiële systeem van de grote Mongoolse khagan, iets wat de Venetiaanse ontdekkingsreiziger nergens had gezien. Een innovatief, onuitgegeven, magisch monetair proces … zo “georganiseerd dat hij de kunst van de alchemie beheerst” geeft de zoon van de Italiaanse koopman toe.
Want voor een Europeaan die gewend is dat geld als ruilinstrument gebaseerd is op een edelmetaal (de wisselbrief stond nog in zijn kinderschoenen en bleef een ‘gedecentraliseerde’ munt), kwam het als een schok dat in het land van de grote Koeblai Khan de handel volledig draaide rond papiergeld.
De hegemonie van de biljetten van de keizer, gemaakt van pulp van de moerbeischors, was voor Marco Polo een steen der wijzen, waarmee de meest banale materie in goud kon veranderen.
De eerste vorm van papiergeld in China dateert van de 9e eeuw.
Ten eerste was het een gevolg van een tekort aan koper. Papier circuleerde daarna samen met metaal.
Maar het was met het absolutisme van zijn benadering dat de Khan in de 13e eeuw vernieuwing bracht.
Elke betaling moest gebeuren in officiële biljetten, op straffe van de dood.
Elke buitenlander die goederen invoerde op Mongoolse bodem, met name wanneer die kostbaar waren, moest de officiële munt aanvaarden. In ruil voor goud, edelstenen, parels … ruilt de Khan zijn papier in, het enige ruilmiddel dat in het hele keizerrijk geldig is.
Wat in de analyse van Marco Polo uiteindelijk ontbrak, was dat de eerste keizer van China tegenover zijn ‘virtuele’ munt in werkelijkheid een enorme massa aan activa verzamelde die, zonder dat dit doelbewust was, uiteindelijk diende als onderpand voor zijn geldmassa!
700 jaar later verbiedt de Executive Order 6102, die in 1933 werd ondertekend door Roosevelt, het privébezit van elke vorm van monetair goud, waardoor alleen goud in de vorm van juwelen of kunst in bezit mocht zijn. Al het geïmporteerde goud moest worden teruggegeven aan de schatkist tegen betaling in dollar.
Met uitzondering van het goud dat werd aangehouden door de buitenlandse centrale banken …
Roosevelt werd bijna net zoveel Khan als Koeblai, maar niet zo veel als Nixon …
Op 15 augustus 1971 vaardigde Nixon het einde van de ‘Gold Window’ (goudloket) uit. Vanaf die datum kunnen buitenlandse centrale banken en overheden geen vaste, gereguleerde hoeveelheid goud meer eisen tegen hun dollarbezit. Het papier is niet langer metaal. Iedere bezitter van dollars blijft nu over met niets meer dan een eeuwigdurende vordering op het land.
Een vordering die steunt op een recordschuld: meer dan 31.450 miljard dollar. En opnieuw stuit het Amerikaanse ministerie van Financiën op het schuldenplafond van het Congres. Janet Yellen waarschuwt dat bij uitblijven van een tweepartijenakkoord het land vanaf 1 juni mogelijk niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dat is een vrij vaak terugkerende problematiek in Washington, maar met 3 % is de kans op een door de markten teweeggebracht faillissement van de Amerikaanse schatkist nog nooit zo groot geweest …
Er zou een akkoord moeten worden gevonden tussen de twee partijen, want niemand heeft de moed om blaam van een wanbetaling en de gevolgen ervan op zich te nemen:
stopzetting van de openbare diensten, verzwakking van de dollar …
Maar er worden ook minder orthodoxe voorstellen gedaan om zich tegen een wanbetaling te wapenen. Eén daarvan is de terugkeer naar het metaal!
Ervan uitgaande dat een wet uit 1996 de schatkist toestaat om af en toe platina munten uit te geven, wordt opnieuw het idee geopperd om een dergelijk ‘muntstuk’ uit te geven met een nominale waarde van een triljard dollar! Het zou kunnen worden gedeponeerd bij de FED, die de schatkist dat bedrag in dollars zou crediteren, wat tot gevolg zou hebben dat de geldvoorraad nog verder zou toenemen …
Volgens Paul Krugman zou het aan Jerome Powell zijn om dit aanbod te “steriliseren” door een gelijkwaardige verkoop van Treasury Bonds (schatkistpapier) in het bezit van de FED. Een compensatie die onmogelijk zou worden als de schatkist oncontroleerbaar gebruik zou maken van deze uitzonderingsmaatregel …
In 1455 besloot China om terug te keren naar koper, om opnieuw greep te krijgen op het oncontroleerbare aanbod van geld. De toenmalige leiders ontdekten dat de natuurlijke beperkingen van het metaalaanbod het makkelijker maakten om de geldhoeveelheid te beheren! In 1149 waarschuwde historicus Ma Twan-lin: “Papier zou nooit geld mogen zijn, tenzij het echt gebaseerd is op de waarde van bestaande of in productie zijnde metalen. Wanneer de regering de gelofte van papiergeld doet, schendt ze dat voorschrift.”
In 1971, toen Nixon het einde aankondigde van de vaste inwisselbaarheid van de dollar in goud, bedroeg de mondiale dollarmassa 53 miljard dollar, een bedrag dat vijf maal zo groot was als de goudvoorraad van de VS. Hoewel het Amerikaanse ministerie van Financiën de klok nu wil terugdraaien en een beroep wil doen op het metaal om zich te financieren, hanteert het een tweesnijdend zwaard, dat in ruil voor kortetermijnfinanciering een bekentenis van zwakte kan lijken. Dat gebeurt op een moment dat de opkomende centrale banken, uit vrees voor de sancties waarmee de Verenigde Staten zo kwistig omspringen, goud blijven opstapelen, terwijl de prijs zich stevig boven de $ 2000 heeft genesteld. Welnu, “deze hedge tegen de chaos” zal de grote winnaar zijn mochten de Verenigde Staten, hoe onwaarschijnlijk dat ook lijkt, in gebreke blijven op hun schulden …