Pierre Pincemaille, Algemeen Secretaris van Gestion DNCA Investments.
Voorspelbare verbazing. Dit is de tegenstrijdigheid die de houding van Donald Trump tegenover de OPEC* goed samenvat wanneer we het volgende bericht lezen: “TRUMP SAYS WILL ASK OPEC TO LOWER OIL PRICES”. Sommigen zullen dat zelfs als een provocatie zien, wanneer je bedenkt dat de organisatie al twee jaar vrijwillig haar productiequota heeft verlaagd om de prijzen te ondersteunen…
Het gestelde doel van de nieuwe president is om de prijzen aan de pomp te laten dalen en zo zijn kiezers tevreden te stellen. Hun ontevredenheid over de inflatieschok veroorzaakte immers de red sweep. De vergelijking met Saoedi-Arabië staat haaks op deze redenering, zoals docent politieke economie Helen Thompson ons herinnert in haar boek over het verweven lot van energie en economisch beleid**: “Mohammed Bin Salman, die binnenkort kroonprins zou worden, heeft een plan aangekondigd om een einde te maken aan wat hij de afhankelijkheid van olie noemde.” Als gevolg daarvan hebben de grote transitieprojecten het fiscale break-evenpunt van het wahabitische koninkrijk aanzienlijk doen stijgen ($ 90/b volgens de analisten van Berstein). Trump mag dan lovend zijn ten aanzien van MBS, er zal meer nodig zijn om af te zien van de olie-opbrengsten.
Onderhandelingsstrategen adviseren om een gedeeld gemeenschappelijk belang (ggb) te vinden wanneer zich een krachtmeting voordoet. Het is moeilijk om zo’n belang te identificeren in de huidige situatie! In afwachting van een terugkeer naar de kern van de onderhandelingen kondigde Trump zijn stappenplan voor energie aan: uitroepen van de noodtoestand om de reglementaire beperkingen te verminderen, hervatting van de projecten voor het vloeibaar maken van gas in de Golf van Mexico en opschorting van de toekenning van nieuwe federale vergunningen voor de ontwikkeling van windmolens op zee. De Amerikaanse president rechtvaardigde deze beslissing door te stellen dat windmolens lelijk, duur en schadelijk voor fauna en flora zijn.
Tegelijkertijd maakte Orsted, voormalige ster op de Deense beurs, gebruik van de publicatie van zijn voorlopige resultaten voor 2024 om een bijkomende waardevermindering van 12,1 miljard DKK (1,6 miljard euro) vast te stellen. Deze waardevermindering valt te verklaren door de stijging met 75 bp van de gewogen gemiddelde kapitaalkosten, voornamelijk bij offshore windprojecten, een waardevermindering van de zeebodem voor de kust van New Jersey, Maryland en Delaware, en hogere kosten. Beursconclusie: -10% op de dag van de aankondiging en … -80% sinds het historisch hoogtepunt van januari 2021.
Als we proberen weg te blijven van de ‘headlines roulette’, geeft het jongste rapport van het Internationaal Energieagentschap een fundamentele voorstelling van de toestand van de oliemarkt. De instelling constateert in Q4 2024 een verbetering, met een groei van de vraag met 1,5 mb/dag (het hoogste niveau sinds een jaar). Die wordt gedreven door de petrochemie, terwijl de vraag vanuit de transportsector wordt beïnvloed door de opmars van elektrische voertuigen. Aan deze heropleving van de vraag moet nog het meest recente Amerikaanse initiatief worden toegevoegd, dat Rusland, Iran en 160 olietankers bestraft, die worden beschouwd als de ‘spookvloot’ waarvan beide landen profiteren. Het is moeilijk om de impact van deze nieuwe maatregelen in te schatten, maar het is duidelijk dat ze in de richting gaan van een kleiner overaanbod dit jaar.
De grote onbekende blijft China. De signalen uit dat land, de voormalige locomotief van de wereldwijde vraag naar olie, blijven gemengd. Aan het einde van het jaar werd de sterkste groei sinds meer dan zes kwartalen opgetekend (+1,6% kwartaal op kwartaal in Q4), geholpen door het zachte weer en een waarschijnlijke versnelling van de export in de aanloop naar de inhuldiging van de nieuwe Amerikaanse president. Maar met een nog steeds zwakke vastgoedmarkt en een waarschijnlijke vermindering van de exportdynamiek als gevolg van een restrictiever Amerikaans douanebeleid, blijft de potentiële groei van het land onder druk staan. Ter herinnering: het IEA verwacht een Chinese bijdrage van 0,2 mbd op de totale incrementele vraag van 1,1 mbd in 2025.
Als teken des tijds stellen de Angelsaksische supermajors Shell en BP hun ambities op het gebied van koolfstofarme energie neerwaarts bij, met verschillende wind- en biofuel-projecten die werden gepauzeerd of gewoonweg geannuleerd. TotalEnergies heeft van zijn kant geprofiteerd van de publicatie van zijn jaarresultaten om zijn ontwikkelingsdoelstellingen in hernieuwbare energie te bevestigen. Door deze terugvallen gaat de Franse operator dus alleen verder op het heilzame pad van de rendabele transitie …
* OPEC: Organisatie van olie-exporterende landen met als leden Algerije, Saoedi-Arabië, Congo, Gabon, Equatoriaal-Guinea, Iran, Irak, Koeweit, Libië, Nigeria, de Verenigde Arabische Emiraten en Venezuela.
** Een politieke geschiedenis van de fossiele wereld.