Clément Inbona, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier.
Met zijn aankondiging van 18 september dat de Amerikaanse richtrente met 50 bp werd verlaagd, bracht Jerome Powell een moeilijke evenwichtsoefening tot een goed einde: hij verraste markt en economen met de omvang van de renteverlaging én bracht rust met zijn officiële persbericht en verklaringen.
Een verrassing zou het sowieso worden. Tot op het allerlaatst bleven de obligatiemarkten in dubio over hoe sterk de Amerikaanse Federal Reserve (de Fed) de rente zou verlagen: bleef het bij de ‘klassieke’ 25 bp of werd het een forse knip van 50 bp? Sinds 2009 is de kloof tussen de verwachte en de effectieve ingreep niet zo groot geweest. Voor de Fed watchers, de club van analisten die elk woord en elke beweging van de Amerikaanse centrale bank tot op het bot ontleden, was de verrassing nog groter: slechts 7% had de dubbelslag zien aankomen.
En toch reageerden de markten erg bedaard: 24 uur na de aankondiging was de volatiliteit op de aandelen- en obligatiemarkten alweer gedaald.
Hoe heeft de voorzitter van de Fed dat huzarenstukje weten te volbrengen? Het antwoord lijkt te liggen in een perfect geregisseerde communicatie. Eerst zette de Fed in een officieel persbericht haar kijk op de huidige toestand van de Amerikaanse economie en haar verwachtingen op middellange en lange termijn uiteen. Daarin uitte ze haar bezorgdheid over de broze arbeidsmarkt, maar zei ze ook vertrouwen te hebben in het inflatieverloop. Tegelijk trok de raad van bestuur zijn prognose voor de werkloosheid eind dit jaar op van 4,0% eind juni naar 4,4%. Bovendien gaat hij ervan uit dat de richtrente in december 50 bp lager zal liggen dan vandaag en er dus nog twee renteverlagingen met 25 basispunten op rij komen, in november en december.
De markten vonden het een schot in de roos. Presidentskandidaat Donald Trump sprak daarentegen van een misser van formaat en vindt de renteverlagingen een cadeau voor de campagne van de Democraten en een teken “dat het slecht gaat met de Amerikaanse economie”. Ons lijkt de verrassende beslissing eerder de onafhankelijkheid te onderstrepen van de centrale bank, die zich uiteindelijk niets van de verkiezingskalender heeft aangetrokken. In het verleden vermeed de Fed zoveel mogelijk om vlak voor de verkiezingen grote aanpassingen door te voeren.
En nu? Deze langverwachte, meermaals uitgestelde, maar uiteindelijk dan toch ingezette bocht naar een verruimender monetair beleid verlicht de molensteen van de rente rond de hals van de Amerikaanse consument, die van oudsher graag koopt op krediet. Het besluit drijft beleggers ook weg van kortetermijnbeleggingen, waarvan de opbrengst automatisch zal afnemen. Er is opnieuw een Fed put: nu het juk van de inflatie is afgeworpen, heeft de centrale bank de handen vrij om schokdemper te spelen bij elke bruuske achteruitgang van de economie of de markten. Reden te meer om te kiezen voor risicovollere en dus potentieel beter renderende activa. Voor het bedrijfsleven tot slot geeft de renteverlaging extra zuurstof aan wie een zware schuldenlast torst en worden investeringen die tot voor kort niet rendabel waren goedkoper. Heel dat scenario is echter gebouwd op één grote aanname: dat de arbeidsmarkt en dus de groei standhouden. Als dat niet het geval blijkt, zal de Fed het een stuk moeilijker krijgen om vertrouwen te blijven inboezemen.