Clément Inbona, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier.
De gestaag afnemende inflatie schept bewegingsruimte voor de centrale banken. Hun alom bekende streefdoel van 2% lijkt zowel in de Verenigde Staten als in de eurozone stilaan binnen handbereik. In augustus bedroeg de inflatie op jaarbasis in Duitsland exact 2,0% en in Frankrijk 1,9%, maar voor de eurozone in haar geheel lag deze echter nog op 2,2%. In de Verenigde Staten kwam de PCE1, de favoriete inflatiemaatstaf van de Fed, uit op 2,5%. De cijfers van de kerninflatie liggen weliswaar wat hoger, maar ook daar is de trend dalend. Uit berekeningen van Citigroup blijkt bovendien dat de inflatie al enkele maanden lager uitvalt dan voorspeld, waaruit blijkt dat economen de daling onderschatten.
Zoals voorzitter Jerome Powell tijdens de top in Jackson Hole eind augustus te kennen gaf, “is de tijd aangebroken om de strategie bij te stellen”. De Federal Reserve zal dus het geweer van schouder veranderen en tijdens haar volgende vergadering, op 18 september, een cyclus van renteverlagingen aanvatten. Zijn uitspraak had echter ook – ongetwijfeld bewust – een dubbele bodem, want als de Fed “de strategie bijstelt”, wil dat ook zeggen dat haar prioritaire doelstelling verandert.
De opdracht van de Amerikaanse centrale bank is namelijk drieledig: de prijzen stabiel houden, volledige werkgelegenheid bewerkstelligen en de langetermijnrente op een gematigd niveau handhaven. Nu de inflatie vertraagt, krijgt de Federal Reserve de handen vrij om zich te wijden aan het behoud van een solide arbeidsmarkt. Dat komt goed uit, want die begint in de VS wat barsten te vertonen. Het aantal vacatures neemt af, er is minder vraag naar uitzendkrachten en de jeugdwerkloosheid zit in de lift: spanningen die tot voor kort onder de waterlijn bleven, komen stilaan aan het oppervlak. Met 4,3% werkloosheid waren in juli de voorwaarden vervuld voor wat arbeidsmarktexperts de ‘regel van Sahm’ noemen: wanneer de gemiddelde werkloosheid over de drie afgelopen maanden 0,5% hoger ligt dan het laagste niveau in de twaalf voorgaande maanden, volgt daar in de Verenigde Staten steevast een recessie op. Die regel houdt al 80 jaar stand. Door de afkalvende werkgelegenheid is die drempel nu dus overschreden, en dat is reden voor bezorgdheid bij zowel de Fed als beleggers, te oordelen naar de turbulentie op de markten begin augustus. We moeten niettemin benadrukken dat de regel van Sahm niets meer is dan een statistische afspiegeling van snelle dalingen van de werkgelegenheid in het verleden. Het is geenszins een in steen gebeiteld mechanisme dat zich systematisch zal blijven herhalen. We kunnen een vergelijking trekken met een andere voorbode van recessies: de inversie van de rentecurve, die nu al twee jaar een loos alarm blijkt te zijn.
Voor de markten breekt dus een nieuwe fase aan, waarin de kracht van de economische bedrijvigheid en in het bijzonder de werkgelegenheid doorslaggevend zullen zijn. Op monetair gebied is de vraag niet langer “wanneer zal de daling worden ingezet?”, maar wel “hoeveel renteverlagingen krijgen we?”. De centrale banken houden de vinger aan de trekker en het is aan de beleggers om het tempo van hun schoten goed in te schatten.
1 Personal Consumption Expenditures