Narendra Modi maakte van de strijd voor suraaj (goed bestuur) het speerpunt van zijn verkiezingscampagne in 2013. Die strijd krijgt vandaag af te rekenen met een wankele kolos op lemen voeten, genaamd Adani …
Dat is des te heikeler voor de premier omdat uitgerekend dochterbedrijf Green Energy, de onvermijdelijke partner van de regering om de door Modi tegen 2070 beloofde nuluitstoot te halen, de achilleshiel blijkt te zijn van de reus …
De liquiditeit van de tak hernieuwbare energie is kwetsbaarder dan die van de afdelingen Transmissies & Havens. De beschikbare middelen (cash & equivalenten) dekken minder dan 50 % van de kortlopende schuld. In 2024 kijkt Green Energy aan tegen een obligatieschuld van 1,25 miljard in dollar, tegenover een totaal van 2,260 miljard voor de groep.
In totaal vertegenwoordigde de nettoschuld een veelvoud van meer dan 10 keer het exploitatieoverschot van het laatste boekjaar … Een schuld die moeilijk in te dijken valt, ook al worden optimistische rentabiliteitsvooruitzichten geformuleerd, aangezien de groep van start ging met een intensief capex-programma.
De door de regering gewenste transitie vereist zware investeringen: 10 miljard dollar over 4 jaar voor Adani Green. Dat is meer dan het dubbele van de hernieuwbare enveloppe in de begroting voor 2023 van Narendra Modi, bestemd voor de financiering van de decarbonisatie-inspanningen van het land, terwijl het zo goed als ondenkbaar is dat de groep hierin geen rol te spelen heeft …
De noodzaak om het gewicht van fossiele energie te verminderen is niet alleen hartenkreet, maar vooral ook een economisch spook. In 2022 was India volgens BNPP netto-importeur van energie voor 5,8 % van zijn bbp … Na Thailand en Zuid-Korea. In verhouding tot het nationale kapitaal staat India op de derde plaats van de belangrijkste opkomende landen met de hoogste energiefactuur, ondanks de aankoop van Russische olie tegen lage prijzen.
Een achilleshiel voor het land met het grootste bevolkingsaantal ter wereld. Een zwakte die te veel doet denken aan die van Europa sinds het conflict in Oekraïne, terwijl het land, geflankeerd door Pakistan en China, niet gespaard blijft van geopolitieke grillen.
De energie-uitgaven van de ene maakt het uitzonderlijke dividend van de andere. De sterke stijging van de energieprijzen stelde de exporteurs en de grote oliebedrijven in staat om een memorabel jaar 2022 af te sluiten.
Toch laten beleggers de sector sinds begin dit jaar links liggen, ondanks de dividendverhogingen of de nieuwe programma’s voor de inkoop van aandelen, zoals dat van Total. De Stoxx 600 Oil & Gas-index boekt dit jaar 1 % vooruitgang, tegenover +8 % voor de rest van de index, terwijl de Brent slechts 2,5 % inlevert.
Oliebedrijven worden verhandeld met een disagio van 50 % tegenover de rest van de markt.
De toon verandert op de hoofdkantoren van de fossiele mammoets.
De CEO van British Petroleum, die bekend staat om zijn opportunisme en pragmatisme sinds de strategische ommekeer die hij inzette, is de eerste die zijn invalshoek herziet en water (gezouten, zoals de Romeinen) toevoegt aan de wijn van het hernieuwbare banket.
Diepzeeboringen zijn niet langer taboe. En de fossiele productie zal minder dalen dan verwacht. De doelstelling van -40 % in 2030 (in vergelijking met de volumes van 2019) wordt opgegeven. Bernard Looney mikt nu op -25 %.
Ter ondersteuning van deze fase van decarbonisatie die trager verloopt dan verwacht, stelt men vast dat een transitie zonder chaos, zonder “sociale ravages” tijdelijk meer olie en gas vergt!
En vooral een rendabiliteit van fossiele activa die beter bestand is tegen de opvering van de rentevoeten … 15 tot 20 % intern rendement, tegenover 15 % in bio-energie en 6 tot 8 % in hernieuwbare energie.
Beleggers leken die beslissing te verwelkomen. Ondanks hun beursparcours van vorig jaar houdt de herwaardering van de sector geen gelijke tred met de opvering van de winst: met 6x de resultaten wordt hij verhandeld met een disagio van bijna 50 % ten opzichte van Amerikaanse oliebedrijven zoals Exxon en Chevron, die duidelijk minder geëngageerd zijn in hernieuwbare energie.
Zou de daling van het olieverbruik in de Verenigde Staten hen ertoe kunnen aanzetten hun strategie te herbekijken?
In 2022 werden in de Verenigde Staten 8,78 miljoen vaten (of 1,5 miljard liter) per dag verbruikt. Dat is een daling van 6 % ten opzichte van 2021.
In 2023 zouden de efficiëntie van de motoren en de opmars van elektrische voertuigen de vraag met 150.000 en 50.000 vaten per dag kunnen doen dalen…
Is dit echt goed nieuws dat we te danken hebben aan ecologische verantwoordelijkheid, het dalende aandeel van de verbrandingsmotor bij de stedelingen en de efficiëntie van nieuwe thermische modellen?
Of is het gewoon de economische vertraging van de voorbije maanden die de markten stilaan lijken te vergeten?
Antwoord na een jaar waarin de kans op een recessie aan beide zijden van de Atlantische Oceaan naar beneden werd bijgesteld!
In afwachting van het economische eindresultaat staat één ding vast: als het fossiele aandeel zal afnemen in de wereldwijde primaire energiemix (80 %) zullen er meer metalen voor elektrificatie nodig zijn om de fakkel over te nemen.
En in dat opzicht is het partnerschap van de kritische metalen waaraan de Verenigde Staten en Europa werken, bemoedigend nieuws, na de spanningen veroorzaakt door de Inflation Reduction Act op het moment dat de Europese Commissie repliceert met haar Green Deal.