Skip to main content

Thomas Planell, Beheerder – Analist DNCA Investments.

Wanneer Abraham Lincoln op 15 april 1865 om 7.21 uur overlijdt, is Minister van Oorlog Edwin Stanton duidelijk: “Nu behoort hij tot de eeuwigheid”.

Het laatste kwartaal van 2024 is begonnen, maar we weten nog niet langs welke deur het de geschiedenis zal ingaan.

Met de verkiezing van de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten? Met de tweede termijn van Trump en een tweede salvo van protectionistische maatregelen?

Met de lancering van de grootste monetaire en budgettaire stimulans uit de Chinese geschiedenis?

Met een gewapend conflict in het Midden-Oosten, waardoor de olieprijs zou stijgen tot $150 per vat en verschillende economische brandpunten in een recessie zouden terechtkomen?

In afwachting daarvan nemen beleggers hun toevlucht tot de grootste verscheidenheid aan soms tegenstrijdige scenario’s.

Die kunnen niet allemaal tegelijk werkelijkheid worden. Sommige zullen moeten worden herzien, waarschijnlijk ten koste van kapitaalverlies.

Op de aandelenmarkten blijft het optimisme overheersen.

De winstgroeiverwachtingen voor het derde kwartaal worden weliswaar licht bijgesteld (-4% voor de S&P500, -3,7% voor de Eurostoxx50 in vergelijking met de ramingen aan het begin van de zomer).

Maar over het geheel genomen (met uitzondering van bepaalde sectoren zoals autoconstructeurs) gaan de kopers uit van een dynamische stijging van de winsten en van de mogelijkheid dat de marges blijven stijgen vanaf hoge niveaus.

Dit kan niet anders dan gebaseerd zijn op een scenario van economische veerkracht, dat weerklank vindt in de inflatieverwachtingen, die met een slakkengang elke dag iets verder afwijken van de doelstellingen van de centrale banken (+20 basispunten op 10 jaar sinds hun dieptepunt van midden september naargelang we kijken naar de break-evenpunten of swaps).

De valse noot kwam van de rentemarkten, die waarschijnlijk nog te agressief zijn in hun verwachtingen van monetaire versoepeling.

De cijfers zouden worden herzien na de veel beter dan verwachte Amerikaanse banencijfers vrijdagnamiddag. Op een week tijd steeg de eindrente door de SOFR futures met 30 basispunten, van 2,9% naar 3,2% en kwam ze iets dichter bij de club van de 7 meest hawkish dot plots van het FOMC … Alleen al op vrijdag stegen de op de Amerikaanse markten vereiste obligatierendementen met bijna 20 basispunten op bepaalde punten van de curve …

Geleidelijk aan beginnen de kansen op door de markten geïnitieerde scenario’s op een meer asymmetrische manier te evolueren in het voordeel van een veerkrachtigere economische groei. We twijfelen echter niet aan het traject van de beleidsrente, maar eerder aan de snelheid waarmee ze daalt. We stellen ons vragen bij de noodzaak om te indexeren aan de inflatie en de groei (aandelen, break-evens) en ook bij de goede vergoeding van het durationrisico.

Bovendien naderen de industriële metalen op de grondstoffenmarkten hun hoogste punten van het jaar, eerst geholpen door 26 verlagingen van de beleidsrente wereldwijd in september en daarna door de hoop op een historisch Chinees herstel.

Goud piekt, maar de olieprijs schommelt, de ene keer door het toegenomen aanbod in Saoedi-Arabië, de andere keer door het escalerende conflict tussen Israël, Iran en de ontwrichtende factoren ervan …

Toen Lincoln dodelijk gewond raakte bij de opvoering van het stuk ‘Our American Cousin’, was de burgeroorlog net voorbij.

Vroeger, en in de eerste helft van de 19e eeuw, vergrootte de goudkoorts de Amerikaanse geldmassa, drukte ze de rentevoeten, stimuleerde ze de technologische, industriële en vastgoedspeculatie in het noorden tot, zoals zo vaak in de geschiedenis, het uiteenspatten van de zeepbel werd versneld door een geopolitieke schok: de Krimoorlog (1854-1856), waarin Groot-Brittannië, de pleegmoeder van de pas onafhankelijke Verenigde Staten, zich stort …

Zo ontstond de paniek van 1857 (de allereerste mondiale economische en financiële crisis!), die het noorden in een zware depressie deed belanden waaraan het zuiden ontsnapte, dankzij de bloeiende markt voor katoen, dat door een verschrikkelijk slaafse beroepsbevolking werd geproduceerd tegen onklopbare prijzen.

Op dat moment doemde het idee van afscheiding op en werden de sociaaleconomische fundamenten van de burgeroorlog gelegd: als voorbode van het eerste wereldconflict is het de dodelijkste uit de geschiedenis van de Verenigde Staten en zal het de meest illustere van de Amerikaanse presidenten voortbrengen.

Mogen we stellen dat de kanonschoten in Sebastopol de recessie in Washington hebben veroorzaakt, voordat er bijna 800.000 Amerikaanse slachtoffers zijn gevallen?

Ja en nee: de oorzaken van de zeepbel zijn er vreemd aan, maar de oorlog fungeerde als trigger, net als later in de geschiedenis van de hedendaagse recessies: 1973 (Jom Kipoer), 1991 (Desert Storm), 2001 (World Trade Center).

Geopolitieke schokken kunnen ook de reële-renteregelingen blijvend beïnvloeden.

In een boeiende studie die in oktober 2022 werd gepubliceerd door het Amerikaanse National Bureau of Economic Studies, vertellen Kenneth S. Rogoff, Barbara Rossi en Paul Schmelzing ons het verhaal van de wereldwijde reële rente, van 1311 tot vandaag.

Aan de hand van diverse kwantitatieve tests ontdekken ze dat de langlopende reële rente (de kortlopende rente verscheen heel laat in de geschiedenis, eerst om oorlogen te financieren) al meer dan 700 jaar een stationaire neerwaartse trend volgt, met name sinds 1349 en de Zwarte Pest, die het beginpunt was van een daling van de reële kapitaalkosten van 14% tot bijna 0% aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.

In tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht, zijn de demografische factoren of bbp-groei volgens deze studie geen bepalende factoren voor de reële rente op lange termijn. Men kon daarentegen lange periodes van sterke demografische en economische groei waarnemen waarin de reële rentevoeten zeer sterk daalden.

Om de reële rentevoeten zo duurzaam te beïnvloeden dat ze decennialang afwijken van hun trendlijn, zijn twee ingrediënten nodig: de gelijktijdige combinatie van twee diepe schokken: een (geo)politieke en een financieel-economische. Voorbeelden van dergelijke gebeurtenissen zijn de drievoudige soevereine wanbetaling van 1557, de crisis van 1694, de Napoleontische oorlogen, het tijdelijke einde van de inwisselbaarheid in goud en de Eerste Wereldoorlog, het einde van Bretton Woods dat samenviel met de oliecrisis van 1973 …

In plaats van een mogelijk einde van het conflict in het Midden-Oosten, dat nog kan escaleren, mogen we, als we de geschiedenis bekijken, niet vergeten dat dergelijke geopolitieke schokken konden ingaan tegen de economische cycli … En dat deze episodes, wanneer ze gepaard gaan met diepgaande veranderingen in de politieke doctrine (zoals de terugkeer van de totale oorlog tussen de grote moderne staten, protectionisme …) tientallen jaren lang niet alleen het leven van miljoenen mensen kunnen beïnvloeden, maar ook de reële kapitaalkosten en de manier waarop men over de toewijzing ervan moet nadenken. Met deze kennis van het verleden moeten we ons voorbereiden op de toekomst en hopen dat de kanonnen in de Levant zwijgen.

EFI

Author EFI

More posts by EFI