Thomas Planell, Beheerder – Analist DNCA Investments.
Terwijl Frankrijk de weg van soberheid inslaat, glijdt Duitsland uit over de weg van stagnatie.
Voor de tweede keer sinds zijn eenwording maakt de grootste economie van de regio zich op om een tweede opeenvolgende jaar van negatieve groei af te sluiten. Hoewel de economische cijfers en verrassingen minder snel verslechteren, blijven ze sinds april de verkeerde kant opgaan, met name in de industriële sector.
Terwijl de ECB haar rentevoeten met 25 basispunten verlaagt, lijkt ze haar taalgebruik aan te passen en geeft ze met weinig woorden toe dat de snelle daling van de inflatie zorgwekkend zou kunnen worden.
In deze melancholische context gaan beleggers voorzichtig om met de resultaten van het derde kwartaal.
Sinds het begin van dit jaar hebben ze hun winstgroeiverwachtingen voor boekjaar 2024 met 7% verlaagd. De inkrimping van de marges verklaart voor 80% de omvang van de winstaanpassingen per aandeel, terwijl de daling van de omzet de rest rechtvaardigt.
Christine Lagarde heeft nu het bewijs dat bedrijven prijsstijgingen uit het verleden opvangen zonder ze door te rekenen aan hun klanten…
De zeitgeist doet vreemd genoeg denken aan die van de Draghi-jaren… En de Eurostoxx 50, die nochtans tot midden juni op voorsprong stond, lijkt alle moeite van de wereld te hebben om de S&P500 in te halen.
Wanneer bedrijven teleurstellen, kunnen de sancties meedogenloos zijn: de volatiliteit die op de dag van een publicatie wordt gerealiseerd, bereikt zijn hoogste peil op 14 jaar. De kapitalisatiegrootte verhindert niet langer dat er dubbelcijferige verschillen worden opgetekend. Op twee dagen tijd verloor ASML (8% van de Eurostoxx 50) tot 21% nadat het vooraf minder bestellingen dan verwacht en een sterk verslechterde brutomarge had aangekondigd. De onbetwiste kampioen van de werktuigmachines die broodnodig zijn voor de cleanrooms van waferfabrikanten, herinnert zijn beleggers aan de cyclische aard van zijn activiteit. Deze markt begrijpen betekent niet alleen vertrouwd raken met de meest veelbelovende technologieën, maar ook rekening houden met de van nature volatiele voorraadschommelingen bij intermediaire afnemers of eindklanten. Die bepalen de woelige cycli van deze sector en kunnen verschillen naargelang men kijkt naar ASML of TSMC, dat enkele dagen later de verwachtingen van de markten overtrof.
Gezien de economische problemen in de eurozone doen Europese beleggers er uiteraard goed aan om zich te diversifiëren door middel van internationale aandelen. Europa heeft structurele troeven: een grote ontwikkelde markt, dynamiek van binnenlandse opkomende markten (Centraal-Europa), aantrekkelijke blootstelling van bedrijven aan internationale afzetmarkten. Maar dat beeld wordt voortdurend verstoord door tijdelijke moeilijkheden (vertraging van de historische groeimotoren Duitsland en Frankrijk) en structurele moeilijkheden (dalende productiviteitswinst en demografie).
De Europese bedrijven wisten sterker uit de grote financiële crisis van 2008 te komen: hun optimalisatie, veerkracht en beheersing van hun schuldenlast zijn opmerkelijk. Helaas kan hetzelfde niet gezegd worden van de Staten. Voor de aandeelhouders wordt het risico groot dat bedrijven op een of andere manier worden gevraagd om bij te dragen aan het herstel van de overheidsfinanciën.
Op korte termijn genieten Europese aandelen het voordeel van hun bescheiden waarderingsniveau, hun gevoeligheid voor het Chinese herstel en de vooruitzichten van de ECB op een verlaging van de rentevoeten. De aanhoudende herwaardering ervan zal echter afhangen van de verbetering van de langetermijnvooruitzichten. Op die schaal wordt de oplossing noodzakelijkerwijs politiek. In het verleden hebben Europese initiatieven een impuls kunnen geven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er na de publicatie van het rapport-Delors, dat eind jaren 1990 werd uitgebracht, weinig ideeën eruit zijn toegepast. Toch heeft dit werk, in lijn met het rapport van Pierre Werner dat aan het einde van de jaren 1960 dode letter is gebleven, uiteindelijk de basis gelegd voor de Economische en Monetaire Unie die we vandaag kennen. De oorzaak van de versnelling van de Europese geschiedenis was toen de hereniging van Duitsland.
Vandaag de dag is het niet ondenkbaar dat deze stap al enkele jaren geleden werd gezet dankzij de groeiende bewustwording bij onze vertegenwoordigers van het gebrek aan concurrentiekracht van Europa, de demografische uitdagingen en de geopolitieke dreigingen aan de grenzen. Het is nu te hopen dat het rapport van Mario Draghi niet te vroeg komt, zoals het rapport-Wermer, noch te laat, en dat de tijdgeest gunstig blijft om zich te laten inspireren door een aantal van zijn voorstellen.