Net als de wezens van het fantastische bestiarium van Lovecraft, doken in het begin van het tweede decennium van dit millennium de monsters van weleer opnieuw uit de vergeten diepten op.
Maar meer dan oorlog en pandemie samen was het de hydra die we inflatie noemen die beleggers en centrale bankiers het zwaarst heeft gekweld.
In zijn romans heeft de Amerikaanse meester van de horrorliteratuur er een voorliefde voor om zijn personages aan een dubbele beproeving te onderwerpen, zoals het hoofdpersonage van Dagon, een marineofficier die gestrand is op een onbekend eiland met vreemde hiërogliefen en het zowel moet opnemen tegen de aanvallen van een visachtige titan als tegen zijn verslaving aan pijnstillers. De centrale banken konden de strijd tegen de inflatiedraak pas aanvatten na een initiatieproef, vergelijkbaar met die van de onfortuinlijke zeeman: de gedwongen ontwenning van de morfine van negatieve rentevoeten die overvloedig in de aderen van de markten werd gespoten.
Sinds november 2021 is achttien triljoen dollar aan schuld met negatieve rentevoeten, die financiële antimaterie, die anomalie van begin deze eeuw, verdwenen, verteerd door het wraakzuchtige vuur van de obligatiecrash van 2022.
Net als Jerome Powell, die een verhoging van zijn beleidsrente met 4,25 % verkondigde in zijn strijd tegen de inflatiepiek (die maar liefst 9,1 % heeft bereikt) aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, wist Christine Lagarde zich eindelijk van de inschikkelijke leg van haar voorganger te bevrijden en koos ze zonder omhaal voor het pad van monetaire soberheid, dat dichter aanleunt bij dat van Trichet.
In haar toespraak van december (wellicht de meest emblematische die de instelling sinds 2013 heeft gegeven) grijpt ze dezelfde attributen aan als Mario Draghi in zijn strijd om de euro te redden: een niet te evenaren vastbeslotenheid en engagement … die ze nu volledig ten dienste stelt van de heilige taak om de inflatieduivel op de knieën te krijgen.
Het is nog te vroeg om te victorie te kraaien, maar mede dankzij de daling van de gasprijzen en de export van elektriciteit vanuit Frankrijk, dat 75 % van zijn kernreactoren beschikbaar heeft, is het spook van een hevige energierecessie aan het verdwijnen.
De Amerikaanse bank Goldman Sachs stelt haar groeiverwachtingen in de eurozone bij (+ 0,6 % tegenover -0,1 % voordien), bovenop de relatieve aantrekkelijkheid van de Europese aandelen (die voor de komende 12 maanden een verwacht winstrendement van meer dan 8 % bieden, tegenover slechts 5,7 % in de Verenigde Staten).
De vertraging van de inflatie zal Christine Lagarde niet aan haar verbintenissen doen twijfelen.
Integendeel, het vooruitzicht van een soft landing maakt de Europese economie minder kwetsbaar voor rentestijgingen.
Dat zou een gelegenheid kunnen zijn om de achterstand van 2022 in te halen door het tempo te versnellen (+ 50 basispunten in februari en maart volgens Goldman Sachs). Zo zou de monetaire manoeuvreerruimte sneller hersteld worden.
Daarnaast werkt de ECB met een lag-effect van 3-4 maanden. De inflatie moet nog minstens één kwartaal voortdurend dalen om van een terugtocht te kunnen spreken!
Het zal niet eenvoudig zijn het monetaire beleid en het overheidsbeleid af te stellen om de ’Monetaire unie’ in de ideale zone te krijgen, een streefdoel dat ergens tussen de ‘monetaire’ recessie en de energierecessie zit …
Bovendien is het energierisico op korte termijn niet volledig geweken: olie lijkt verrassend goedkoop, gelet op de kracht van de heropening van China, de beperkte voorraden in de Verenigde Staten en de terugval van het Russische aanbod.
De opstapeling van voorraden tijdens het zerocovidbeleid en de onzekerheid over de wereldwijde groei kunnen de koersen onder de $ 80 weliswaar rechtvaardigen. Maar gezien de bijzonder hoge kostprijs aan mensenlevens (de zwaarste ramp sinds de 36 miljoen doden van de Grote Sprong Voorwaarts), zou de ondertussen onvoorwaardelijke steun van de partij aan het herstel (monetair beleid ter ondersteuning van de privésector, einde van de hervorming van de internetgiganten, steun voor de balans van de vastgoedontwikkelaars en maatregelen ten gunste van de residentiële sector enz.) het moeten halen van de olie-inventarissen.
Overigens zullen de industriële metalen misschien de weg wijzen. Ze boeken vooruitgang met de mobiliteitsgegevens en de aankondigingen over de groei die de partij sinds afgelopen weekend neerzet. Aluminium, ijzererts en koper gaan er sinds begin dit jaar respectievelijk met 7 %, 8 % en 10 % op vooruit.
Goud, dat opnieuw de kaap van de $ 1900 per ounce heeft overschreden, heeft de opleving van de reële rentevoeten aan het begin van het jaar weerstaan en bloeit sinds hun daling dankzij de bemoedigende inflatiecijfers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. In 2023 zou het kunnen profiteren van enkele gunstige voorwaarden om zijn beschermende rol te spelen, met name de plafonnering of zelfs intrekking van de reële rentevoeten, onzekerheid rond de groei en de terugval van de dollar naarmate het programma van renteverhogingen zijn einde nadert in de Verenigde Staten.
Voor beleggers die een rendement willen halen dat het edelmetaal niet biedt, levert het Europese investment grade krediet een gemiddeld actuarieel rendement van 4 % (het hoogste rendement sinds 2012) tegenover 7,5 % voor de categorie BBB of lager. De door de Europese banken aangeboden AT1-obligaties, die veel beter gekapitaliseerd zijn dan in 2008, leveren een coupon die gelijk is aan het winstrendement van de aandelenmarkt.
Na een uitstekende start van het nieuwe jaar – een van de beste in de geschiedenis van de Europese aandelen – zouden beleggers die liever voorzichtig blijven bij de samenstelling van hun portefeuille, de relevantie kunnen ontdekken van deze lonende alternatieven tegenover de aandelenmarkten … en misschien ook de hoop op een soms monsterlijk alternatief voor de wereld, waaraan we in 2022 jammer genoeg te erg gewend zijn geraakt.