Editorial van de maand door Alexis Bienvenu, Beheerder, La Financière de l’Echiquier (LFDE) | Juni 2024.
Een rendementsbron die lang schitterde door afwezigheid, verschijnt opnieuw op het appel. Dat is zeker niet te danken aan een nieuwe golf van groei. Het zal niet zo eenvoudig zijn voor de wereldwijde economische dynamiek om aan kracht te winnen, nu het Chinese groeitempo normaliseert en de rijke landen, die fikse schuldenlasten torsen, evolueren naar een regelmatige groei. Er is evenwel een andere bron van rijkdom: de obligaties. Het lijkt misschien onlogisch om te beleggen in obligaties, zelfs kwaliteitsobligaties, nu Standard & Poor’s net snoeide in de rating van de Franse overheidsschulden en andere modellanden als Japan en de Verenigde Staten hetzelfde lot zouden kunnen ondergaan. Toch zullen ze vermoedelijk jarenlang in staat zijn een antwoord bieden op de honger naar rendement.
Vijftien jaar na de crisis van 2008 hebben de nominale rendementen hun potentieel op erg lange termijn weer teruggevonden. Op honderd jaar biedt de Amerikaanse tienjaarsrente een gemiddelde carry van 4,8%1, wat in lijn ligt met het huidige niveau. In dat percentage zitten evenwel ook de jaren zeventig en tachtig met hun enorme inflatie vervat, toen de rente soms meer dan 15% bedroeg. De laatste 25 jaar ligt het gemiddelde met 3,3% een stuk lager. In dat opzicht biedt de huidige carry, die tien jaar geldt, een premie van ruim 1% tegenover het gemiddelde: een kans die we niet vaak zien op de markt. In de eurozone ligt de Franse tienjaarsrente met ruim 3% momenteel hoger dan het gemiddelde op 25 jaar (2,7%).
Bovendien is het reële rendement op de huidige langetermijnrente, na aftrek van de inflatie, weer positief. Zelfs als de inflatie structureel hoger blijft dan de voorbije twintig jaar, zien we haar niet duurzaam hoger ontwikkelen dan de huidige langetermijnrente. De centrale banken zouden ingrijpen. Het lijkt dan ook mogelijk om een reëel rendement te behalen op lange termijn.
Het is waar dat de kwaliteit van de staatsobligaties de komende jaren stevig onder druk zal komen te staan. Het ziet er niet naar uit dat de budgetten, die structureel uit evenwicht zijn, eenvoudig weer op orde kunnen worden gebracht, nu er steeds meer uitgaven nodig zijn om de transities, met name op energie- en demografisch vlak, te financieren. De vermoedelijke ratingverminderingen van de staatsobligaties lijken momenteel evenwel niet tot wezenlijke financiële verliezen te gaan lijden: de rijke landen kunnen mooie kredietratings voorleggen, die slechts mondjesmaat worden verlaagd. Bovendien komen de rijke landen vindingrijk uit de bus om hun financieringsbehoeften op te vangen. Japan is een mooi voorbeeld: ondanks een overheidsschuld van meer dan 250% van het bbp heeft het land nog steeds probleemloos toegang tot de markt, voornamelijk dankzij de inzet van de centrale bank. Ten slotte zijn er weinig alternatieve beleggingen met weinig risico voor de beleggers voorhanden. Een deel van de kapitalen, die niet allemaal kunnen worden geplaatst in aandelen, goud, luxegoederen of cryptovaluta, stroomt altijd door naar de landen en de kwaliteitsondernemingen. Bovendien handhaven bepaalde bedrijfsobligaties een betere rating dan hun regio. Zo beschikken Microsoft en Johnson & Johnson nog steeds over een AAA-rating, de topscore, hoewel S&P en Fitch de rating van de Verenigde Staten hebben verlaagd.
Bovendien lijken de centrale banken op het punt te staan een verlaging van de beleidsrente aan te kondigen, wat de rentecurve wat speelruimte zou moeten opleveren. Bovenop de intrinsieke carry van de al uitgegeven obligaties komt ook nog het rendement van de koersstijging: dubbele winst in het vooruitzicht dus.
We gaan een nieuw markttijdperk in, waarin beleggen in kwaliteitsobligaties weer een interessante optie wordt. Een rendementsbron waar de belegger lang plezier van heeft.
1 Trading Economics