Skip to main content

Alexis Bienvenu, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier.

Het recent aangekondigde inflatiecijfer in de VS voor de maand juni was op het eerste gezicht opnieuw een geruststelling, met een daling die zelfs nog groter was dan verwacht: 3% voor de algemene inflatie gemeten aan de hand van de CPI-index, in vergelijking met 4% in mei, en 4,8% voor de kerninflatie, tegen 5,3% een maand geleden.

De gunstige vergelijkingsbasis van de energieprijzen speelde een belangrijke rol in de daling van de algemene inflatie, en dat zal waarschijnlijk ook de komende maanden het geval zijn. Hetzelfde geldt voor de voedselprijzen. Twee elementen waarvoor de huishoudens bijzonder gevoelig zijn, wat dan ook kan helpen de inflatieverwachtingen van de consument binnen de perken te houden. De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) kan in dat opzicht dus iets geruster ademhalen.

Nog geruststellender is dat de – minder volatiele – kerninflatie volop begint te profiteren van de matiging van de huurprijzen – of het equivalent daarvan voor huiseigenaars – waarvan het effect de hele tweede helft van het jaar voelbaar zal zijn.

Tot slot gaat ook de onderliggende inflatie van diensten exclusief huisvesting, die nauwlettend in de gaten gehouden wordt door de Fed, duidelijk omlaag.

De aandelenmarkten van de meeste landen stegen fors na de aankondiging van deze cijfers en de rentecurves, die aan het begin van de maand een geïnverteerde lijn vertoonden, vlakten af. Er waait deze zomer een geruststellende wind over de beurzen. Maar zal dit ook blijven duren?

Opgepast voor de donderwolken. Ten eerste gaven de centrale banken de afgelopen tijd blijk van een bijzonder vastberaden houding ten aanzien van de inflatie: de conjuncturele indicatoren, die erg gevoelig zijn voor de basiseffecten, vooral in verband met de directe gevolgen van de oorlog in Oekraïne, moeten afgewogen worden tegen meer zorgwekkende factoren op middellange termijn zoals de nog altijd aanzienlijke loonsverhogingen of de zwakke productiviteitsgroei, met name in de dienstensector. Zo hanteert de Fed bijvoorbeeld al verschillende weken een discours dat niet lijkt te stroken met de geruststellende inflatie-indicatoren voor de consumptieprijzen. Zal de Fed opnieuw van koers veranderen en de toon matigen? Dat komen we te weten op de volgende monetaire beleidsvergadering van 25 en 26 juli, maar het zou ons verbazen als de Fed plots de offensieve houding zou veranderen die haar zoveel moeite heeft gekost. Bovendien heeft de Fed al te verstaan gegeven dat ze liever het risico loopt om een tijdlang een te streng beleid te voeren dan te vroeg te versoepelen, vooral in een context waarin de arbeidsmarkt blaakt van gezondheid.

Er is nog een andere, minder voor de hand liggende inflatiefactor die op middellange termijn roet in het eten kan gooien. Het is een factor die momenteel nog niet goed begrepen wordt en waarmee de centrale banken, met de Europese Centrale Bank (ECB) als grote uitzondering, nog te weinig rekening houden, want ze hebben er geen enkele greep op en hebben slechts een rudimentaire kennis van de effecten ervan: het klimaat. Het lijkt immers vast te staan, als we de studies van de grote economische instituten mogen geloven, dat de klimaatopwarming in de komende jaren een aanzienlijk inflatiebevorderend effect zal hebben, naar schatting ergens tussen 0,32% en 1,18% per jaar volgens de ECB. Dit deels seizoensgebonden en moeilijk te kwantificeren risico is vooral op lange termijn van belang. Maar het heeft ook op korte termijn effect. De ECB schat bijvoorbeeld dat de hittegolf van 2022 voor ongeveer 0,7% bijdroeg aan de inflatie van de voedselprijzen in Europa, en dat extreme weersomstandigheden tegen 2035 een effect op de inflatie zullen hebben van ongeveer 1%. Dit is met andere woorden een niet te onderschatten component van de inflatie op lange termijn.

En net nu bevestigden meteorologische instituten overal ter wereld dat afgelopen juni de warmste maand ooit was, net als de eerste week van juli. Deze records worden wellicht deels veroorzaakt – of versterkt – door de terugkeer van het klimatologisch fenomeen ‘El Niño’, dat de temperaturen fors

doet stijgen en extreme weersomstandigheden in de hand werkt. De Wereld Meteorologische Organisatie schat de kans hierop op korte termijn in op 90%.

Het mooie weer op de markten kan dus verpest worden door de terugkeer van langdurige storingen veroorzaakt door de centrale banken of door natuurlijke fenomenen die onmogelijk exact te voorspellen zijn, maar waarvan de impact inmiddels onmiskenbaar is.

Het stralende inflatieweer kan dus wel eens heel snel omslaan.

KFI

Author KFI

More posts by KFI