Een initiatief om een voortrekkersrol te spelen in wereldwijde normeringsinstanties haalt misschien niet op dezelfde manier de krantenkoppen als baanbrekende strategieën zoals de “Belt and Road”, maar China’s project “Standards 2035” spreekt over de ambities van het land. Het beïnvloeden van internationale normen op een bepaald gebied kan een krachtig effect hebben op het aanjagen van binnenlandse innovatie en technologische vooruitgang. Het groeiende Chinese leiderschap in internationale normeringsorganen vertelt ons iets over de manier waarop de Chinese economie zich momenteel ontwikkelt, maar ook over wat de bredere effecten hiervan kunnen zijn met betrekking tot technologie-ecosystemen, handelsblokken en geopolitiek.
Wat het traject van China betreft, is de overgang van een goedkope economie die massaal goedkope goederen produceert naar een economie gebaseerd op innovatie en technologisch leiderschap al enige tijd waarneembaar. Het strategische plan “Made in China 2025”, dat voor het eerst werd gepubliceerd in 2015, is er expliciet op gericht om de Chinese productiecapaciteiten te upgraden naar technologie-intensieve productie op gebieden zoals lucht- en ruimtevaart, biotechnologie, IT, farmaceutica en robotica. Wat nu echter duidelijk wordt, is hoe de bredere effecten van het ontluikende Chinese technologische leiderschap kunnen uitpakken nu het land de agenda begint te bepalen op steeds meer domeinen.
Op gebieden als AI is China zelfs bezig met een inhaalslag, omdat het snel profiteert van het feit dat het de grootste internetbasis in één land ter wereld is. Dit betekent een enorme hoeveelheid data – essentieel voor machine learning – een sterke digital native cultuur en een zeer sterke focus op het winnen van de volgende technologiewedren. En met betrekking tot kwantumcomputing heeft China ook zeer snelle vooruitgang geboekt en zeer krachtige computers gebouwd die complexe problemen kunnen oplossen. Op dit gebied leidt China zowel de VS als de EU op het gebied van overheidsfinanciering.
Natuurlijk blijven China en de VS de twee belangrijkste machten ter wereld en wrijving tussen hen zal blijven, vooral nu China zich ontwikkelt tot een sterkere wereldspeler. We weten hoe deze spanningen doorgaans uitpakken en vaak nemen ze de vorm aan van geschillen over handel en industriële concurrentie. Maar wat we de komende jaren kunnen zien, gaat dieper en gaat verder dan alleen concurrentie over markten. Naarmate China zijn eigen technologie-infrastructuur verder ontwikkelt op gebieden zoals AI en 6G-communicatie, denken we dat we een tweedeling of ontkoppeling zullen zien, weg van de VS en Europa die andere infrastructuur en standaarden gebruiken.
In het geval van een dergelijke tweedeling, of zelfs als het effect minder uitgesproken is maar we toch eindigen met concurrerende ”technologie hemisferen” in een reeks van praktijkgebieden, zullen veel opkomende economieën moeten beslissen waar hun toekomst ligt. En gezien China’s betrokkenheid bij veel van die economieën via het BRI-initiatief, is het niet moeilijk om een toekomst voor te stellen waarin China veel van ’s werelds opkomende economische grootmachten uit het “mondiale zuiden” met zich meeneemt.
Een ander effect van het groeiende technologische leiderschap van China is echter dat westerse bedrijven en overheden nieuwe manieren zullen moeten vinden om met Chinese bedrijven samen te werken. Chinese bedrijven zijn bijvoorbeeld al bezig zich op te werpen als leiders op een aantal gebieden die de komende jaren en decennia belangrijk zullen zijn – zoals 6G, EV’s en connected mobility – en hebben cruciale patenten in de wacht gesleept. De proliferatie van nieuwe standaarden
op gebieden zoals het internet der dingen (IoT) en digitale tweelingen, evenals de ontwikkeling van protocollen voor de elektronische authenticatie van meetgegevens zoals koolstofemissies, betekent dat interoperabiliteit en overdraagbaarheid van cruciaal belang zullen zijn.
China’s “Standards 2035”-project laat zien hoe China opkomt als technologieleider en innovator. Maar het laat ook zien hoe de effecten van dit leiderschap zich waarschijnlijk zullen verspreiden en de bredere geopolitieke en economische domeinen zullen beïnvloeden. Concurrentie over standaarden en de mogelijke opkomst van concurrerende technologische hemisferen spreekt inderdaad van digitaal Darwinisme, waarbij concurrerende bedrijven snel gebruik proberen te maken van opkomende technologieën om een aanzienlijk en misschien dominant voordeel te behalen in hun respectieve sectoren. Wat zeker is, is dat China’s ontluikende leiderschap – en vermogen om de agenda te bepalen – op een groeiend aantal voor de toekomst essentiële domeinen ingrijpende gevolgen zal hebben voor beleggers en marktdeelnemers van alle soorten nu we een nieuwe en opwindende fase van de ontwikkeling van het land ingaan.