Door Alexis Bienvenu, Fund Manager, La Financière de l’Echiquier.
De staatsobligatiemarkten hebben er een paar bijzonder bewogen dagen opzitten. De Amerikaanse tweejaarsrente ging van 5% op 8 maart naar 3,9% een week later. De laatste keer dat de rente zo sterk schommelde was in 2008, toen het hele financiële systeem in crisis verkeerde.
De oorzaak is duidelijk: nadat in de VS recent drie regionale banken overkop waren gegaan, die betrokken waren bij Californische start-ups en de cryptomarkt, begonnen beleggers te twijfelen aan de gezondheid van andere kwetsbare banken, zoals Crédit Suisse in Europa en First Republic Bank in de Verenigde Staten. Ze vluchtten massaal naar zogeheten risicovrije activa en keerden banken, ook de meest solide, de rug toe. Die waren de afgelopen maanden sowieso al sterk – zelfs te sterk – gestegen.
Een klassiek patroon dus, alleen voltrok het zich ditmaal wel ongewoon bruusk. Dat deed de twijfel alleen maar toenemen: is er een nieuwe bankencrisis in de maak?
Met stellige zekerheid het tegendeel beweren, zou van overmoed getuigen. De enige zekerheid op de financiële markten is en blijft per slot van rekening de onzekerheid, al helemaal na de forse renteverhogingen van de laatste tijd.
Twijfelen aan specifieke gevallen is altijd gezond, zeker op de beurs, maar is er nu echt reden om aan het hele systeem te gaan twijfelen?
Te oordelen naar wat de banken zeggen – en daar zouden we op moeten kunnen vertrouwen, want ze worden nauwgezet in het oog gehouden door de toezichthouders – zijn de problemen overkomelijk. In de Verenigde Staten situeren die zich vooral bij niet-systemische spelers, die hebben geprofiteerd van de snelle groei in de technologiewereld in tijden van goedkoop geld en de versoepeling van de regels voor kleine banken onder Donald Trump. In Europa stond, tot afgelopen zondag, alleen Credit Suisse in de schijnwerpers. Na de overname door UBS lijken er geen systeembanken meer in moeilijkheden te verkeren in Europa – uiteraard onder voorbehoud van nieuwe onvoorziene onthullingen.
Maar zelfs in het ongunstige geval dat opnieuw een grote bank kwetsbaarheden vertoont die tot nu toe onopgemerkt zijn gebleven, staat één ding nog steeds als een paal boven water: de hele bank- en verzekeringssector is aanzienlijk solider geworden door de voorzorgsmaatregelen die na de crisis van 2008 wereldwijd genomen zijn. Helemaal ongenaakbaar is de sector uiteraard niet, maar alleen een extreem zware storm zou het systeem fundamenteel aan het wankelen kunnen brengen. 2008 beschermt ons – tot op zekere hoogte – tegen een nieuwe financiële crisis.
Toch zullen de spanningen die we nu zien, hoe beperkt ook, gevolgen hebben voor de rest van de economie. Middelgrote Amerikaanse banken krijgen mogelijk strengere regels opgelegd om hun solvabiliteit te verstevigen in woelige tijden, ten koste van een beperkter kredietaanbod. De Democraten hebben al wetgeving in die zin voorgesteld. Dat voorstel heeft bij de huidige politieke krachtverhoudingen in de Verenigde Staten weinig kans van slagen, maar getuigt niettemin van een mentaliteitsverandering. Als banken minder rendabel worden en minder krediet gaan verstrekken, zullen ze minder geneigd zijn om de meest gedurfde ondernemingsplannen te financieren, terwijl het soms juist die zijn die een economie succesvol maken. Ze zouden ook minder snel bedrijven overeind houden die veel schulden hebben, terwijl die soms van vitaal belang zijn voor de rest van de economie – denk bijvoorbeeld maar aan commercieel vastgoed in de Verenigde Staten. Ook voor de huishoudens zou de geldstroom kunnen opdrogen, net nu die het moeilijk krijgen doordat de rente op krediet fors gestegen is.
Een inperking van de kredietverlening, uit eigen beweging of onder druk van buitenaf, zou het equivalent zijn van een verdere verkrapping van het monetaire beleid. Dat kan de centrale banken doen besluiten de rente minder sterk te verhogen dan eerder werd verwacht. Zo gaat de markt er nu van uit dat de Europese Centrale Bank de rente na de verhoging tot 3% op 16 maart niet verder optrekt, terwijl deze tot voor kort nog een renteniveau van 4,5% verwachtte. Een volledige stop van de renteverhogingen zou ons gezien de voorthollende inflatie verbazen, maar ook hier wijst alleen al het feit dat zo’n scenario bestaat op een verandering in de trend.
Zeker lijkt in elk geval dat het de komende maanden alleen maar moeilijker zal worden om financiering te krijgen – doordat de rente verhoogd wordt of de banken gedwongen worden voorzichtiger te zijn – en dat we de gevolgen daarvan zullen voelen.
Alles in twijfel trekken is met andere woorden niet nodig, maar de meest risicovolle projecten worden nu tot de orde geroepen.