Pierre Pincemaille, Algemeen Secretaris van Gestion, DNCA Investments.
Wanneer de volgende vergadering van de OPEC* op 1 december van start gaat in Wenen, zal de prijs van een vat olie zelden geconfronteerd zijn met zulke tegenstrijdige bevelen. Door deze ongekende situatie is de volatiliteit ervan toegenomen, zodat de evenwichtsprijs van het zwarte goud nog instabieler is dan gewoonlijk.
Saoedi-Arabië zette onlangs de eerste stap na de publicatie van een artikel door de Financial Times waarin ‘mensen die vertrouwd zijn met het denken van het land’ werden geciteerd. Volgens hen stond het wahabistische koninkrijk op het punt zijn prijshandhavingsstrategie te herzien, ten gunste van een herovering van marktaandeel. Ter herinnering, eind 2022 besliste de OPEC (samen met Rusland) om zijn productie te beperken. Twee jaar later heeft het kartel 150 bp marktaandeel verloren en bedraagt de onbenutte Saoedische capaciteit 3 miljoen vaten per dag (op een totale vraag van 102,8 miljoen vaten per dag dit jaar, volgens de laatste schatting van het Internationaal Energieagentschap).
In die twee jaar zette de Amerikaanse onconventionele olie-industrie (‘shale oil’) haar expansie voort, ondanks de Democratische bewoner van het Witte Huis. De slogan ‘drill baby drill’ van Donald Trump uit 2016 werd strikt gevolgd, zozeer zelfs dat het land vandaag de grootste speler ter wereld is met een geschatte productie van ongeveer 13,4 miljoen vaten per dag (waarvan 10,4 miljoen vaten ‘shale oil’). Het is geen verrassing dat de terugkeer van Trump de Amerikaanse industrie in staat zou moeten stellen om die trend voort te zetten.
De kans is klein dat de ‘lekken’ van de FT de voorbode zijn van een nieuwe episode van het type 2014/16. Toen had Saoedi-Arabië de robuustheid van het economische model van Amerikaanse ‘shale oil’ op de proef gesteld door de prijs van West Texas Intermediate (referentieprijs van de New York Mercantile Exchange) onder de $30 te doen dalen. De Amerikaanse industrie overleefde het en draaide algauw weer op volle toeren. Op een subtielere manier kan dit artikel geïnterpreteerd worden als een tot de orde roepen van de leden van de organisatie die hun respectievelijke quota slechts gedeeltelijk respecteren.
Maar deze boodschap van Saoedi-Arabië werd naar de achtergrond verdrongen door het escalerende conflict in het Midden-Oosten, dat de prijs per vat in een week tijd met $10 deed stijgen … om die meteen weer te verliezen als reactie op het uitblijven van een aanval op de Iraanse olie-infrastructuur. De prijs omvat dus een lage premie op het moment van schrijven, ook al is die van nature moeilijk in te schatten. De geopolitieke situatie is na de Amerikaanse verkiezingen nog wat ingewikkelder geworden. Wat zal de doctrine van de nieuwe regering zijn ten opzichte van Iran? In deze situatie moeten we de grote massa’s in het achterhoofd houden: Iran produceert 3,5 miljoen vaten per dag, waarvan de helft geëxporteerd wordt (voornamelijk naar China). Dit cijfer moet worden gezien tegen de 5,3 miljoen vaten per dag aan onbenutte capaciteit van de OPEC.
Tegelijkertijd is er een discreet, maar historisch herstel aan de gang: het IEA voorspelt dat India China zal vervangen als belangrijkste bijdrager aan de groei van de wereldwijde vraag naar olie. De grootste democratie ter wereld zou haar vraag in 2024 met 200k vat per dag moeten zien stijgen, tegenover 150k vaten per dag voor het Middenrijk, dat de afgelopen 20 jaar de locomotief was voor de oliemarkt (door voor de helft bij te dragen aan de groei van de vraag in die periode!). Dit kan de vrees van beleggers gedeeltelijk verlichten, nu het IEA anticipeert op een markt met een overschot in 2025.
TotalEnergies blijft pragmatisch en meent bij monde van zijn iconische CEO Patrick Pouyanné dat de oliemarkt tegen 2030 nog een andere uitdaging te wachten staat: het natuurlijke dalingspercentage. Dat bedraagt immers ongeveer 4% voor de conventionele velden en 15% voor ‘shale oil’. En in een context van steeds beperktere uitgaven (daling met 1/3 sinds de piek van 2014) wordt het vermogen van de industrie om dit geologische fenomeen te compenseren in vraag gesteld.
Op kortere termijn meent de CEO dat zijn aandeleninkoopprogramma voor 2025 enkel kan worden gerealiseerd in een omgeving met ‘redelijke’ prijzen. Iedereen zal zijn berekeningen maken om dit adjectief om te zetten in cijfers, maar het lijkt evident dat het beleid van rendement voor de aandeelhouders van het bedrijf, en meer in het algemeen dat van de sector, voornamelijk zal afhangen van de winsten die stroomopwaarts worden gegenereerd. Bijgevolg zullen deze inkopen van aandelen en het schuldniveau de twee aanpassingsvariabelen zijn waarmee TotalEnergies zijn energietransitie kan voortzetten, ver voor de andere spelers in de industrie, met als doel om in 2030 100 GW koolstofarme energie te produceren, wat overeenkomt met de elektriciteitsproductie van 62 steenkoolcentrales …
* OPEC: Organisatie van olie-exporterende landen met als leden Algerije, Saoedi-Arabië, Congo, Gabon, Equatoriaal-Guinea, Iran, Irak, Koeweit, Libië, Nigeria, de Verenigde Arabische Emiraten en Venezuela.