Skip to main content

‘De waarderingen zijn zeker niet goedkoop te noemen, maar dat komt vooral door de grote concentratie in de markt. We zijn momenteel licht overwogen, met een voorkeur voor investment grade obligaties’, aldus Jan Viebig, co-chief investment officer bij Oddo BHF. 

‘Onze fondsen zijn qua allocatie momenteel licht overwogen. We moeten daarbij wel verduidelijken dat we geen neutrale allocatie kennen.’ De fondsen van Oddo werken namelijk met vier posities: licht en sterk overwegen en licht en sterk overwogen. Viebig haalt drie redenen aan voor deze positionering.

In de eerste plaats is hij optimistisch gestemd over de Amerikaanse arbeidsmarkt. ‘De werkloosheid is er wat gestegen, maar met 4,1% zeer laag. Kortom, de arbeidsmarkt staat er goed voor.’ Vervolgens wijst hij op de rentecurve. ‘In de VS en een aantal andere landen zie je nog een licht geïnverteerde rentecurve. We verwachten dat die weer steiler zal worden en dan daalt de kans op een recessie. Verder wijzen de PMI’s op een lagere groei, maar niet op een recessie.’ Ten slotte wijst Viebig op het monetaire beleid. ‘Wij menen dat dit momenteel te restrictief is en we zijn ervan overtuigd dat de rente zal dalen.’   

Focus op kwaliteit

Viebig benadrukt dat regio-allocatie minder belangrijk is. ‘Wij richten ons op kwaliteitsaandelen. Het gaat dan om bedrijven die de leider zijn in hun sector en sterke competitieve voordelen kennen. Waar die vandaan komen is minder belangrijk.’ Hij plaatst hier wel een voetnoot bij. ‘We hebben geen aandelen uit sectoren die last hebben van de milde recessie in Duitsland, of de lage groei in pakweg Frankrijk. Denk bijvoorbeeld aan chemie- en metaalbedrijven. Wij hebben een voorkeur voor structurele groeiers, die onafhankelijk van de evolutie van het BNP verder kunnen groeien.’

In het obligatiecompartiment is er een voorkeur voor investment grade obligaties. ‘Als we meer risicovolle posities willen innemen, doen via het aandelencompartiment. We focussen dus op investment grade obligaties en duratie, die zijn we langzaam aan het verlengen’, legt Viebig uit.

Terugblik en vooruitblik

Terugkijkend op 2024 valt hem op dat veel beleggingsspecialisten vooraf heel voorzichtig waren. ‘Ondertussen steeg de Amerikaanse beurs met meer dan twintig procent. Dat toont aan dat het weinig nut heeft om op korte termijn voorspelling te doen. Zo blijkt nu dat al die voorspellingen over een recessie de prullenmand in mogen. Je kan beter aan kwaliteitsbeleggen doen, dan te proberen voorspellen.’

Viebig stelt dat aandelen niet goedkoop zijn, maar dat er geen bubbel is. ‘Zeker als je naar gelijkgewogen indexen kijkt, merk je dat we dicht bij de gemiddelde historische waarderingen zitten. De markten lijken vooral duur door de sterke concentratie rond een beperkt aantal aandelen.’ Wat moeten beleggers daar uit concluderen? ‘Dat je nu vooral dat handjevol dure aandelen moet vermijden. Waardering is momenteel een uiterst belangrijk gegeven.’

Een ander onderwerp dat volgens Viebig volgend jaar zeer belangrijk zal worden, zijn de hoge schuldniveaus van veel landen. ‘We zitten op niveaus die we niet meer gezien hebben sinds de tweede wereldoorlog. Dat is niet enkel een probleem in de VS, maar eveneens in Europa. Ook in China is het een aandachtspunt, daar ligt de focus vooral op de zogenaamde lokale overheidsfinancieringsvehikels (LGFV).

Tenslotte stelt hij dat 2025 een goed jaar kan worden voor stock pickers. ‘Enerzijds vanwege de sterke concentratie bij een klein aantal dure aandelen. Anderzijds zie je dat small caps tegen een korting noteren, die we niet meer zagen sinds de financiële crisis. Dit terwijl small caps, vanwege hun hogere groei, normaal gesproken duurder noteren. Dit kan kansen bieden. Gewoon de index volgen lijkt me, gezien de concentratie in de markt, risicovoller’, besluit Viebig.  

Thomas Laureys

Author Thomas Laureys

More posts by Thomas Laureys